Overheid voorziet enkele maatregelen voor hoge kostprijs van verplichte gestructureerde elektronische facturatie
In de Kamer werd recent een wetsontwerp aangenomen dat voorziet in een verplichting tot het uitreiken van gestructureerde elektronische facturen tussen ondernemingen vanaf 1 januari 2026. Hierbij zal het echter niet volstaan dat een factuur in elektronische vorm wordt opgesteld. Facturen zullen via een gestandaardiseerd elektronisch formaat moeten worden opgesteld en via het PEPPOL-netwerk worden uitgewisseld tussen de partijen. Deze wijziging heeft tot doel om de automatische elektronische verwerking van facturen mogelijk te maken.
De invoering van deze verplichting zal voor ondernemingen onvermijdelijk heel wat kosten met zich meebrengen, zoals bijvoorbeeld de aankoop van software. Om hieraan tegemoet te komen, worden twee maatregelen ingevoerd (die helaas niet van toepassing zijn op alle ondernemingen).
De eerste maatregel betreft een verhoogde kostenaftrek gedurende vier jaar. Dit betekent dat de “kosten verbonden aan factureringspakketten voor het opstellen, verzenden en ontvangen van elektronische facturen in een gestructureerde vorm” als beroepskost mogen worden afgetrokken en dit ten belope van 120%. Opmerkelijk is dat deze maatregel reeds van toepassing is sinds 1 januari 2024. Het biedt ondernemingen dan ook de mogelijkheid om zich nu al voor te bereiden op deze nieuwe verplichting.
De tweede maatregel betreft een verhoogde investeringsaftrek van 20% en geldt voor alle investeringen in digitale vaste activa. Deze maatregel zou van toepassing zijn vanaf 1 januari 2025 en is niet beperkt in de tijd.