Voor de bevallingen vanaf 1 september 2017 moeten vrouwelijke zelfstandigen geen formele aanvraag meer doen bij hun sociaal verzekeringsfonds voor het verkrijgen van moederschapshulp. Deze sociale uitkering houdt het kosteloos verkrijgen van 150 dienstencheques in om zich bij huishoudelijke taken te laten bijstaan. De bedoeling is dat de vrouwelijke zelfstandige haar zelfstandige activiteit beter kan verzoenen met de zorg voor haar pasgeboren kind.

Doordat de regelgeving werd bijgestuurd, wordt nu vermeden dat de moederschapshulp niet verkregen zou worden door onwetendheid. Uit enquêtes bleek immers dat deze vorm van sociale uitkering weinig bekend was bij vrouwelijke zelfstandigen waardoor aanvragen vaak laattijdig werden ingediend. Voortaan neemt het sociaal verzekeringsfonds zelf contact op met de betrokken zelfstandige om haar wens om moederschapshulp te genieten, te bevestigen.

Zodra het sociaal verzekeringsfonds beschikt over de informatie van de inschrijving van het kind of de kinderen in het Rijksregister der natuurlijke personen, verifieert men of de voorwaarden vervuld zijn. Daarna wordt de vrouwelijke zelfstandige uitgenodigd om schriftelijk te bevestigen dat zij de moederschapshulp wenst te genieten. Vervolgens bezorgt het sociaal verzekeringsfonds het uitgiftebedrijf een attest van begunstigde van moederschapshulp. Eens men de dienstencheques verkregen heeft, hebben zij geen beperkte geldigheidsduur. Ook dit werd dus gewijzigd want voorheen hadden de dienstencheques slechts een beperkte geldigheidsduur van acht maanden.