Terug naar overzicht
25 jun 2024

Basisbankdienst voor VME’s aangepast: voortaan enkel basisbankdienst voor ondernemingen, met een stevig prijskaartje

Zoals eerder aangekondigd, is de vereniging van mede-eigenaars (VME) voortaan als consument te beschouwen wanneer deze voor minstens 75% uit particulieren bestaat. De wetswijziging voorzag ook dat de VME een beroep kan doen op de basisbankdienst, maar er werd wel een onderscheid gemaakt tussen de VME-consument (basisbankdienst voor consumenten) en de VME-onderneming (basisbankdienst voor ondernemingen).

Recent heeft de wetgever de basisbankdienst voor VME’s opnieuw aangepast. Vanaf 10 juni 2024 kunnen VME’s enkel nog beroep doen op de basisbankdienst voor ondernemingen, die een garantie biedt op twee bankrekeningen (één voor het werkkapitaal, en één voor het reservekapitaal), ongeacht of de VME te beschouwen is als consument dan wel als onderneming.

Deze wijziging zou zijn ingegeven door het feit dat de voorwaarden van de basisbankdienst voor consumenten niet compatibel zijn met VME’s, aangezien de basisbankdienst niet gegarandeerd wordt aan personen die meer dan 6.000 EUR op de rekeningen hebben (wat het geval is bij de meeste VME’s). Er is echter ook een keerzijde aan de medaille: de kosten van de basisbankdienst voor ondernemingen liggen een pak hoger dan die voor consumenten. Volgens informatie van het BIV bedragen de kosten van de basisbankdienst voor ondernemingen immers maximaal 420 EUR per jaar, terwijl voor de basisbankdienst voor consumenten een limiet van slechts 19,24 EUR per jaar werd ingevoerd.

VME’s genieten voortaan dus altijd van de basisbankdienst (voor ondernemingen), maar betalen hier wel de (aanzienlijke) prijs voor.