Centraal register van bestuursverboden werd goedgekeurd
De Belgische wetgever keurde recent het wetsontwerp goed voor de oprichting van een centraal register van bestuursverboden.
Het bijhouden van alle bestuursverboden in een gecentraliseerd register moet het eenvoudiger maken om deze bestuursverboden ook effectief te handhaven. Vandaag worden deze maar al te vaak met de voeten getreden door de veroordeelden, omdat een structurele controle op de naleving ervan simpelweg niet mogelijk is. Het centraal register brengt daar verandering in.
Het Belgisch centraal register kadert in de omzetting van een Europese richtlijn, die nog een stapje verder gaat. Bedoeling is om de diverse nationale registers ook aan elkaar te koppelen. Bij neerleggingen van vennootschapsakten tot bekrachtiging van een benoeming van een bestuurder of vaste vertegenwoordiger zal overeenkomstig het wetsontwerp voortaan een verklaring moeten worden opgesteld door de bevoegde organen van de betrokken onderneming, met bevestiging dat aan de betrokkenen geen bestuursverbod werd opgelegd door een buitenlands rechtscollege. Ontbreekt dergelijke verklaring, dan zal de griffie van de ondernemingsrechtbank of de notaris dit moeten melden aan de bevoegde kamer van inbeschuldigingstelling. Via de aan elkaar gekoppelde registers kan dan worden nagaan of er al dan niet een buitenlands bestuursverbod werd opgelegd.
Naast overheidsinstanties zullen ook burgers opzoekingen kunnen verrichten in het register, al zullen zij slechts toegang hebben tot een beperkter aantal gegevens. Voor hen zal enkel de voor- en achternaam van de veroordeelde en begin- en einddatum van het opgelegde bestuursverbod zichtbaar zijn.
Bedoeling is dat het register in werking treedt op 1 augustus 2023.