27 nov 2018
De verruimde IOS-procedure: invordering van onbetwiste schulden over de grenzen heen
IOS: wat en hoe?
In juli 2016 trad de IOS-procedure voor de invordering van onbetwiste schulden in werking. Deze procedure maakt het mogelijk om binnen een business-to-businesscontext (B2B) op een (ver)eenvoudig(d)e wijze en buitengerechtelijk onbetwiste facturen te innen. De schuldeiser-ondernemer die een professionele schuld wil invorderen, hoeft dankzij de IOS-procedure enkel nog een beroep te doen op de diensten van een advocaat en een gerechtsdeurwaarder.
Meer details over het verloop van de IOS-procedure vindt u in onze nieuwsbrief van 25 oktober 2016.
Kritiek
Hoewel de IOS-procedure een bewogen start kende, is de procedure ondertussen goed ingeburgerd en wordt ze vrij frequent toegepast. Dit heeft ongetwijfeld te maken met de ‘stimulansen’ vanuit de ondernemingsrechtbanken (de vroegere rechtbanken van koophandel), die aanvankelijk het - betwiste - standpunt innamen dat de IOS-procedure verplicht moest worden toegepast telkens wanneer de toepassingsvoorwaarden daarvoor waren vervuld. Schuldeisers die toch een beroep deden op de ‘klassieke’ gerechtelijke invordering werden bijgevolg bestraft en, hoewel ze in het gelijk werden gesteld, veroordeeld tot de gedingkosten. Finaal bevestigde het Hof van Cassatie - terecht - het facultatieve karakter van de IOS-procedure. Het klopt echter dat de IOS-procedure in de meeste gevallen daadwerkelijk een sneller en goedkoper alternatief is voor het bekomen van een uitvoerbare titel tegen een onwillige schuldenaar. Vanzelfsprekend draagt vooral die vaststelling bij tot de populariteit ervan.
Toch zijn aan de IOS-procedure ook enkele belangrijke nadelen verbonden, die tot de nodige kritiek hebben geleid. Zo is het personele toepassingsgebied beperkt. Om de IOS-procedure te kunnen toepassen moeten zowel de schuldeiser als de schuldenaar ingeschreven zijn in de Kruispuntbank van Ondernemingen. De procedure geldt dus niet ten aanzien van consumenten. Tot voor kort kon ze evenmin worden toegepast in relatie tot een buitenlandse onderneming, maar aan die beperking is de wetgever nu tegemoetgekomen.
Verruimd personeel toepassingsgebied
Met het KB van 17 augustus 2018, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 17 september 2018, zijn zeven buitenlandse ondernemingsdatabanken als gelijkwaardig erkend aan de Kruispuntbank van Ondernemingen: die van Nederland, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Italië, Spanje en Oostenrijk. Voortaan kan de IOS-procedure dus ook toegepast worden wanneer de schuldeiser of de schuldenaar in een van deze ondernemingsdatabanken is ingeschreven. Uiteraard moet daarnaast ook aan de andere voorwaarden voldaan zijn. Ook in een internationale context geldt de IOS-procedure dus enkel voor de invordering van onbetwiste, professionele geldschulden.
Tot slot
Voor de grensoverschrijdende invordering van onbetwiste geldvorderingen kon men vroeger al gebruikmaken van de Europese Betalingsbevelprocedure. Deze grotendeels schriftelijke procedure vereist evenwel steeds een rechterlijke tussenkomst. De verruimde IOS-procedure vormt een welgekomen buitengerechtelijk alternatief voor de inning van facturen over de grenzen heen (weliswaar in een beperkt aantal landen). Dit ligt in de lijn van de algemene tendens om op zoek te gaan naar oplossingen buiten de rechtbank om. Of de verruimde IOS-procedure ook in de praktijk even positief zal worden onthaald, valt voorlopig nog af te wachten.
In juli 2016 trad de IOS-procedure voor de invordering van onbetwiste schulden in werking. Deze procedure maakt het mogelijk om binnen een business-to-businesscontext (B2B) op een (ver)eenvoudig(d)e wijze en buitengerechtelijk onbetwiste facturen te innen. De schuldeiser-ondernemer die een professionele schuld wil invorderen, hoeft dankzij de IOS-procedure enkel nog een beroep te doen op de diensten van een advocaat en een gerechtsdeurwaarder.
Meer details over het verloop van de IOS-procedure vindt u in onze nieuwsbrief van 25 oktober 2016.
Kritiek
Hoewel de IOS-procedure een bewogen start kende, is de procedure ondertussen goed ingeburgerd en wordt ze vrij frequent toegepast. Dit heeft ongetwijfeld te maken met de ‘stimulansen’ vanuit de ondernemingsrechtbanken (de vroegere rechtbanken van koophandel), die aanvankelijk het - betwiste - standpunt innamen dat de IOS-procedure verplicht moest worden toegepast telkens wanneer de toepassingsvoorwaarden daarvoor waren vervuld. Schuldeisers die toch een beroep deden op de ‘klassieke’ gerechtelijke invordering werden bijgevolg bestraft en, hoewel ze in het gelijk werden gesteld, veroordeeld tot de gedingkosten. Finaal bevestigde het Hof van Cassatie - terecht - het facultatieve karakter van de IOS-procedure. Het klopt echter dat de IOS-procedure in de meeste gevallen daadwerkelijk een sneller en goedkoper alternatief is voor het bekomen van een uitvoerbare titel tegen een onwillige schuldenaar. Vanzelfsprekend draagt vooral die vaststelling bij tot de populariteit ervan.
Toch zijn aan de IOS-procedure ook enkele belangrijke nadelen verbonden, die tot de nodige kritiek hebben geleid. Zo is het personele toepassingsgebied beperkt. Om de IOS-procedure te kunnen toepassen moeten zowel de schuldeiser als de schuldenaar ingeschreven zijn in de Kruispuntbank van Ondernemingen. De procedure geldt dus niet ten aanzien van consumenten. Tot voor kort kon ze evenmin worden toegepast in relatie tot een buitenlandse onderneming, maar aan die beperking is de wetgever nu tegemoetgekomen.
Verruimd personeel toepassingsgebied
Met het KB van 17 augustus 2018, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 17 september 2018, zijn zeven buitenlandse ondernemingsdatabanken als gelijkwaardig erkend aan de Kruispuntbank van Ondernemingen: die van Nederland, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Italië, Spanje en Oostenrijk. Voortaan kan de IOS-procedure dus ook toegepast worden wanneer de schuldeiser of de schuldenaar in een van deze ondernemingsdatabanken is ingeschreven. Uiteraard moet daarnaast ook aan de andere voorwaarden voldaan zijn. Ook in een internationale context geldt de IOS-procedure dus enkel voor de invordering van onbetwiste, professionele geldschulden.
Tot slot
Voor de grensoverschrijdende invordering van onbetwiste geldvorderingen kon men vroeger al gebruikmaken van de Europese Betalingsbevelprocedure. Deze grotendeels schriftelijke procedure vereist evenwel steeds een rechterlijke tussenkomst. De verruimde IOS-procedure vormt een welgekomen buitengerechtelijk alternatief voor de inning van facturen over de grenzen heen (weliswaar in een beperkt aantal landen). Dit ligt in de lijn van de algemene tendens om op zoek te gaan naar oplossingen buiten de rechtbank om. Of de verruimde IOS-procedure ook in de praktijk even positief zal worden onthaald, valt voorlopig nog af te wachten.