Met ingang van 1 januari 2020 wordt het toepassingsgebied van de Arbeidsongevallenwet uitgebreid tot de zogenaamde ‘kleine statuten’. De kleine statuten omvatten het verrichten van arbeid in het kader van een opleiding, zoals bijvoorbeeld de beroepsinlevingsovereenkomst, de IBO-overeenkomst, het stelsel van alternerend leren en werken…

Een belangrijk koninklijk besluit van 29 juli 2019 duidt aan welke instantie in het kader daarvan als werkgever van de persoon in opleiding wordt beschouwd voor de toepassing van de Arbeidsongevallenwet. Dit is niet onbelangrijk: het is immers de werkgever die een arbeidsongevallenverzekering moet afsluiten en desgevallend de aangifte van het arbeidsongeval moet doen. Hetzelfde koninklijk besluit verduidelijkt ook wie voor de dimona-aangifte moet instaan. Wat het IBO-contract bijvoorbeeld betreft, moet de onderneming waarin de arbeid wordt verricht instaan voor zowel de dimona-melding als voor het afsluiten van een arbeidsongevallenverzekering, terwijl deze verplichtingen in het stelsel van alternerend leren en werken op de onderwijsinstelling rust.

Het is dan ook aangewezen om in elk individueel geval het koninklijk besluit bij de hand te nemen om na te gaan wat uw verplichtingen zijn.

Eerder dit jaar werd de Arbeidsongevallenwet ook al afgestemd op de verschillende vormen van telewerk (zie hierover https://www.crivitspersyn.be/nl/nieuws/arbeidsongevallen-en-telewerk-lacunes-de-arbeidsongevallenwet-weggewerkt). Het ziet er dus naar uit dat de wetgever de wetgeving inzake arbeidsongevallen, die al dateert van 1971, op de moderne arbeidscultuur wil afstemmen.