31 Mar 2015
De zaak Tuymans: plagiaat of toch parodie?
In een vorige nieuwsbrief (januari 2014) kwam de discussie tussen kunstschilder Luc Tuymans en fotografe Katrijn van Giel al eens aan bod. Centrale vraag was of het schilderij van Tuymans “A Belgian Politician” een inbreuk vormt op de auteursrechten van Van Giel. Die laatste nam na de verkiezingen van 2010 de portretfoto van politicus Jean-Marie Dedecker waarop Tuymans zich voor zijn creatie baseerde. De zaak werd recent in eerste aanleg beslecht ten voordele van Van Giel: het schilderij (dat intussen verkocht werd aan een Amerikaanse miljonair) is volgens de rechtbank te beschouwen als plagiaat. Tuymans werd veroordeeld tot staking van de auteursrechtelijke inbreuk onder verbeurte van een dwangsom van maar liefst 500.000 EUR.
De rechtbank had geen oren naar het verweer van Tuymans. Die laatste meende bevrijd te zijn door de zogenaamde parodie-exceptie, die verhindert dat de auteur zich kan verzetten tegen “een karikatuur, een parodie of een pastiche, rekening houdend met de eerlijke gebruiken”. De voorzitter wees de exceptie uitdrukkelijk af en benadrukte voorts de opvallende gelijkenissen tussen het portret en het schilderij. Men oordeelde tevens dat Tuymans te kwader trouw zou zijn opgetreden, daar hij o.m. zelf verklaarde dat de foto een sterk beeld is waar hij niet zo veel aan moest veranderen.
De uitspraak ontketende heel wat kritiek. Over de kwalificatie als parodie valt in elk geval te twisten, niet in het minst gelet op een recente uitspraak van het Europees Hof van Justitie waarin het Hof zich ten aanzien van de exceptie heel wat flexibeler opstelt en tevens oog heeft voor het recht op vrije meningsuiting.
Tegen het vonnis zou inmiddels hoger beroep zijn aangetekend. Wordt vervolgd dus.
De rechtbank had geen oren naar het verweer van Tuymans. Die laatste meende bevrijd te zijn door de zogenaamde parodie-exceptie, die verhindert dat de auteur zich kan verzetten tegen “een karikatuur, een parodie of een pastiche, rekening houdend met de eerlijke gebruiken”. De voorzitter wees de exceptie uitdrukkelijk af en benadrukte voorts de opvallende gelijkenissen tussen het portret en het schilderij. Men oordeelde tevens dat Tuymans te kwader trouw zou zijn opgetreden, daar hij o.m. zelf verklaarde dat de foto een sterk beeld is waar hij niet zo veel aan moest veranderen.
De uitspraak ontketende heel wat kritiek. Over de kwalificatie als parodie valt in elk geval te twisten, niet in het minst gelet op een recente uitspraak van het Europees Hof van Justitie waarin het Hof zich ten aanzien van de exceptie heel wat flexibeler opstelt en tevens oog heeft voor het recht op vrije meningsuiting.
Tegen het vonnis zou inmiddels hoger beroep zijn aangetekend. Wordt vervolgd dus.