27 Sep 2016
Lokale besturen in een wijzigend wetgevend kader: ook u zal het merken!
Interne organisatie van en samenwerking tussen lokale besturen
De huidige Vlaamse regering heeft beslist de lokale bestuursniveaus te rationaliseren en te streven naar een maximale integratie en zelfs inkanteling van de OCMW’s in de steden en gemeenten. Het is de bedoeling te evolueren naar één rechtspersoon, hoewel dit ook de tussenkomst van de (federale) wetgever vereist en er zich op dat vlak nog wat moeilijkheden voordoen.
In elk geval werkt men op Vlaams niveau momenteel aan de voorbereiding van een Decreet Lokaal Bestuur. Dat moet het gemeentedecreet, het OCMW-decreet en het decreet intergemeentelijke samenwerking vervangen. De bevoegdheden – en het bijbehorende budget – van de provincies worden teruggeschroefd en de steden en gemeenten zullen meer autonomie krijgen om hun eigen werking te organiseren en in te vullen. Het toezicht van bovenaf wordt flink afgebouwd.
Voor sommige aspecten zijn, in afwachting van het globale Decreet Lokaal Bestuur, al een aantal wijzigingen doorgevoerd. Met het decreet van 3 juni 2016 werden in de bestaande regelgeving de bevoegdheden inzake personeelsbeleid aangepast en het evaluatiesysteem versoepeld. Ook krijgen steden en gemeenten de vrije keuze om personeel contractueel of statutair tewerk te stellen. Voorheen was contractuele tewerkstelling enkel mogelijk in een aantal wettelijk omschreven – maar vaak ruim geïnterpreteerde – uitzonderingsgevallen. Ook de mogelijkheid om statutair personeel ter beschikking te stellen van andere overheden wordt verruimd.
Daarnaast worden ook fusies tussen gemeenten verder aangemoedigd en geregeld door een recent decreet van 24 juni 2016.
In een decreet van 13 mei 2016 werden een aantal aanpassingen doorgevoerd aan de regelgeving over intergemeentelijke samenwerking (de vroegere intercommunales). Het meest opvallende hieraan is dat er opnieuw een mogelijkheid bestaat voor private rechtspersonen om deel te nemen aan dergelijke samenwerkingsverbanden. Dit geldt weliswaar onder bepaalde restrictieve voorwaarden en is beperkt tot de energie- en de afvalsector.
Nieuwe wet op de overheidsopdrachten en concessies
Niet alleen qua interne organisatie, maar ook in relatie tot de burgers en zelfstandige ondernemers en bedrijven moeten lokale besturen rekening houden met een (snel) evoluerend juridisch kader.
Zo is er, hoewel de vorige regelgeving in dat verband pas drie jaar geleden ten volle in werking trad, sinds 17 juni 2016 alweer een nieuwe wet op de overheidsopdrachten. Deze wet regelt op welke wijze aanbestedende overheden (waaronder lokale besturen) contracten voor de aanneming van werk, leveringen en diensten moeten gunnen. De nieuwe wet is uitgebreider dan haar voorganger, maar het is nog wachten op de uitvoeringsbesluiten voor ze volledig in werking treedt.
Opmerkelijk is alvast dat de voorwaarden voor de onderhandelingsprocedure versoepeld worden. Opdrachten beneden de € 30.000 kunnen zelfs op grond van een aanvaarde factuur worden toegekend, terwijl deze drempel momenteel op slechts € 8500 ligt.
Voorts is er – waar mogelijk – een verplichte opdeling van grotere opdrachten in kleinere aparte delen (percelen) en vallen een aantal opdrachten (bv. leningen en bepaalde juridische diensten) voortaan buiten het toepassingsgebied van de wetgeving op de overheidsopdrachten. Dit geldt ook voor sommige samenwerkingsvormen en contracten tussen aanbestedende overheden, waarvoor eerder slechts op basis van (Europese) rechtspraak een (onzekere) uitzondering gold.
Ook voor de gunning van concessieovereenkomsten is er voortaan een wettelijk kader, namelijk de wet over de concessieovereenkomsten van 17 juni 2016.
Omgevingsvergunning
We staan aan de vooravond van de invoering van de omgevingsvergunning, die de stedenbouwkundige en de milieuvergunning in één vorm integreert. De voorziene datum hiervoor is 23 februari 2017. De administratieve procedures zijn vastgelegd in het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014 en de uitvoeringsbesluiten van 13 februari 2015 en 27 november 2015. De integratie van beide vergunningen leidt tot een complexe set van regels, waarbij – in functie van de aard of omvang van het project – de steden of gemeenten dan wel de provincies of het Vlaams Gewest bevoegd zijn voor het verlenen van de vergunning.
De integrale omgevingsvergunning is op milieu- en stedenbouwkundig vlak een van de meest ingrijpende juridische evoluties sinds tientallen jaren. Hiervoor zullen bij de lokale besturen ook op intern vlak wellicht nog een aantal organisatorische aanpassingen nodig zijn, te meer omdat ook de verdere digitalisering en het gebruik van een omgevingsloket worden gestimuleerd.
Handelsvestigingen
Het recente decreet integraal handelsvestigingsbeleid van 15 juli 2016 kent aan lokale besturen een zeer actieve rol en verantwoordelijkheid toe in het beleid ten aanzien van winkels en kleinhandel op hun grondgebied. De creatie van specifieke kerngebieden moet een betere afstemming tussen economische en ruimtelijke verzuchtingen mogelijk maken. Ook de administratieve last voor handelaars zal verkleinen, aangezien de socio-economische vergunning volledig mee wordt geïntegreerd in de omgevingsvergunning.
Een zeer dik belegde juridische boterham dus, waar men best goed voorbereid aan begint. Tijdig en gericht deskundig advies kan ongetwijfeld helpen om het geheel wat lichter verteerbaar te maken. In elk geval zullen wij u in toekomstige nieuwsbrieven en -flitsen op de hoogte blijven houden van de relevante ontwikkelingen in dit verband.
De huidige Vlaamse regering heeft beslist de lokale bestuursniveaus te rationaliseren en te streven naar een maximale integratie en zelfs inkanteling van de OCMW’s in de steden en gemeenten. Het is de bedoeling te evolueren naar één rechtspersoon, hoewel dit ook de tussenkomst van de (federale) wetgever vereist en er zich op dat vlak nog wat moeilijkheden voordoen.
In elk geval werkt men op Vlaams niveau momenteel aan de voorbereiding van een Decreet Lokaal Bestuur. Dat moet het gemeentedecreet, het OCMW-decreet en het decreet intergemeentelijke samenwerking vervangen. De bevoegdheden – en het bijbehorende budget – van de provincies worden teruggeschroefd en de steden en gemeenten zullen meer autonomie krijgen om hun eigen werking te organiseren en in te vullen. Het toezicht van bovenaf wordt flink afgebouwd.
Voor sommige aspecten zijn, in afwachting van het globale Decreet Lokaal Bestuur, al een aantal wijzigingen doorgevoerd. Met het decreet van 3 juni 2016 werden in de bestaande regelgeving de bevoegdheden inzake personeelsbeleid aangepast en het evaluatiesysteem versoepeld. Ook krijgen steden en gemeenten de vrije keuze om personeel contractueel of statutair tewerk te stellen. Voorheen was contractuele tewerkstelling enkel mogelijk in een aantal wettelijk omschreven – maar vaak ruim geïnterpreteerde – uitzonderingsgevallen. Ook de mogelijkheid om statutair personeel ter beschikking te stellen van andere overheden wordt verruimd.
Daarnaast worden ook fusies tussen gemeenten verder aangemoedigd en geregeld door een recent decreet van 24 juni 2016.
In een decreet van 13 mei 2016 werden een aantal aanpassingen doorgevoerd aan de regelgeving over intergemeentelijke samenwerking (de vroegere intercommunales). Het meest opvallende hieraan is dat er opnieuw een mogelijkheid bestaat voor private rechtspersonen om deel te nemen aan dergelijke samenwerkingsverbanden. Dit geldt weliswaar onder bepaalde restrictieve voorwaarden en is beperkt tot de energie- en de afvalsector.
Nieuwe wet op de overheidsopdrachten en concessies
Niet alleen qua interne organisatie, maar ook in relatie tot de burgers en zelfstandige ondernemers en bedrijven moeten lokale besturen rekening houden met een (snel) evoluerend juridisch kader.
Zo is er, hoewel de vorige regelgeving in dat verband pas drie jaar geleden ten volle in werking trad, sinds 17 juni 2016 alweer een nieuwe wet op de overheidsopdrachten. Deze wet regelt op welke wijze aanbestedende overheden (waaronder lokale besturen) contracten voor de aanneming van werk, leveringen en diensten moeten gunnen. De nieuwe wet is uitgebreider dan haar voorganger, maar het is nog wachten op de uitvoeringsbesluiten voor ze volledig in werking treedt.
Opmerkelijk is alvast dat de voorwaarden voor de onderhandelingsprocedure versoepeld worden. Opdrachten beneden de € 30.000 kunnen zelfs op grond van een aanvaarde factuur worden toegekend, terwijl deze drempel momenteel op slechts € 8500 ligt.
Voorts is er – waar mogelijk – een verplichte opdeling van grotere opdrachten in kleinere aparte delen (percelen) en vallen een aantal opdrachten (bv. leningen en bepaalde juridische diensten) voortaan buiten het toepassingsgebied van de wetgeving op de overheidsopdrachten. Dit geldt ook voor sommige samenwerkingsvormen en contracten tussen aanbestedende overheden, waarvoor eerder slechts op basis van (Europese) rechtspraak een (onzekere) uitzondering gold.
Ook voor de gunning van concessieovereenkomsten is er voortaan een wettelijk kader, namelijk de wet over de concessieovereenkomsten van 17 juni 2016.
Omgevingsvergunning
We staan aan de vooravond van de invoering van de omgevingsvergunning, die de stedenbouwkundige en de milieuvergunning in één vorm integreert. De voorziene datum hiervoor is 23 februari 2017. De administratieve procedures zijn vastgelegd in het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014 en de uitvoeringsbesluiten van 13 februari 2015 en 27 november 2015. De integratie van beide vergunningen leidt tot een complexe set van regels, waarbij – in functie van de aard of omvang van het project – de steden of gemeenten dan wel de provincies of het Vlaams Gewest bevoegd zijn voor het verlenen van de vergunning.
De integrale omgevingsvergunning is op milieu- en stedenbouwkundig vlak een van de meest ingrijpende juridische evoluties sinds tientallen jaren. Hiervoor zullen bij de lokale besturen ook op intern vlak wellicht nog een aantal organisatorische aanpassingen nodig zijn, te meer omdat ook de verdere digitalisering en het gebruik van een omgevingsloket worden gestimuleerd.
Handelsvestigingen
Het recente decreet integraal handelsvestigingsbeleid van 15 juli 2016 kent aan lokale besturen een zeer actieve rol en verantwoordelijkheid toe in het beleid ten aanzien van winkels en kleinhandel op hun grondgebied. De creatie van specifieke kerngebieden moet een betere afstemming tussen economische en ruimtelijke verzuchtingen mogelijk maken. Ook de administratieve last voor handelaars zal verkleinen, aangezien de socio-economische vergunning volledig mee wordt geïntegreerd in de omgevingsvergunning.
Een zeer dik belegde juridische boterham dus, waar men best goed voorbereid aan begint. Tijdig en gericht deskundig advies kan ongetwijfeld helpen om het geheel wat lichter verteerbaar te maken. In elk geval zullen wij u in toekomstige nieuwsbrieven en -flitsen op de hoogte blijven houden van de relevante ontwikkelingen in dit verband.