27 jan 2015
Nieuwe regels onderbrekingsuitkeringen bij tijdskrediet
In toepassing van het federaal regeerakkoord van 9 oktober 2014 is de reglementering rond het tijdskrediet gewijzigd. Meer bepaald werd het koninklijk besluit van 12 december 2001 dat de voorwaarden bepaalt waaronder een werknemer aanspraak kan maken op de door de RVA betaalde onderbrekingsuitkeringen tijdens een periode van tijdskrediet met ingang van 1 januari 2015 aangepast (K.B. van 30 december 2014).
Zo heeft de werknemer die tijdskrediet opneemt zonder motief – bijvoorbeeld voor een wereldreis – geen recht meer op onderbrekingsuitkeringen. Deze periode zal bijgevolg ook niet meer van tel zijn bij de pensioenopbouw. Daarentegen werd het recht op een onderbrekingsvergoeding voor het gemotiveerd tijdskrediet die men opneemt in het kader van zorg (voor kind, palliatieve, zwaar ziek gezins- of familielid, enz.) uitgebreid van 36 maanden naar 48 maanden. Daarnaast werd de leeftijdsgrens om te kunnen genieten van de verhoogde onderbrekingsuitkeringen in het kader van een landingsbaan opgetrokken van 55 naar 60 jaar (met uitzondering voor de zware beroepen, lange loopbaan, enz.).
De nieuwe regeling is van toepassing voor alle eerste aanvragen voor onderbrekingsuitkeringen die ingaan na 31 december 2014. Er wordt evenwel in bepaalde gevallen in een overgangsregeling voorzien.
Zo heeft de werknemer die tijdskrediet opneemt zonder motief – bijvoorbeeld voor een wereldreis – geen recht meer op onderbrekingsuitkeringen. Deze periode zal bijgevolg ook niet meer van tel zijn bij de pensioenopbouw. Daarentegen werd het recht op een onderbrekingsvergoeding voor het gemotiveerd tijdskrediet die men opneemt in het kader van zorg (voor kind, palliatieve, zwaar ziek gezins- of familielid, enz.) uitgebreid van 36 maanden naar 48 maanden. Daarnaast werd de leeftijdsgrens om te kunnen genieten van de verhoogde onderbrekingsuitkeringen in het kader van een landingsbaan opgetrokken van 55 naar 60 jaar (met uitzondering voor de zware beroepen, lange loopbaan, enz.).
De nieuwe regeling is van toepassing voor alle eerste aanvragen voor onderbrekingsuitkeringen die ingaan na 31 december 2014. Er wordt evenwel in bepaalde gevallen in een overgangsregeling voorzien.