23 déc 2014
Vanaf 1 januari 2015 start het verkoopproces voor de “effecten aan toonder”
Zoals in onze vorige nieuwsbrieven al aangegeven, dienden alle effecten aan toonder al vóór 31 december 2013 verplicht omgezet te worden in effecten op naam of gedematerialiseerde effecten. De effecten, waarvan de houder onbekend bleef, dienden per 1 januari 2014 omgezet te worden in effecten op naam van de emittent (d.i. doorgaans de vennootschap).
Om te vermijden dat effecten, waarvan de rechthebbende onbekend is, blijven bestaan voorzag de wetgever in een systeem van “gedwongen verkoop” en dit vanaf 1 januari 2015. De procedure voor deze verkoop werd door twee recente Koninklijke Besluiten (25 juli 2014, B.S. 8 september 2014) geconcretiseerd en dit voor zowel de genoteerde vennootschappen als voor de niet-genoteerde vennootschappen.
Voor de niet-genoteerde vennootschappen zal de verkoop plaatsvinden op de (door Euronext Brussels georganiseerde) Markt van de Openbare Veilingen. De opbrengsten uit de verkoop worden gestort bij de Deposito- en Consignatiekas, totdat de legitieme rechthebbende ze eventueel opvraagt. De effecten die op 30 november 2015 niet verkocht zijn, moeten worden neergelegd bij de Deposito- en Consignatiekas. In de loop van 2015 moet de emittent laten bevestigen, door zijn commissaris of door een bedrijfsrevisor, een externe accountant of een externe erkende boekhouder, dat hij de nodige maatregelen heeft getroffen in het kader van het dematerialisatieproces van de effecten aan toonder. Het bestuursorgaan moet dit elektronisch bevestigen aan de Deposito- en Consignatiekas.
Vanaf 1 januari 2016 zullen de personen die de teruggave vragen van de netto-opbrengst ingevolge de gedwongen verkoop of van de onverkochte effecten een boete verschuldigd zijn. De boete bedraagt 10% van het bedrag of van de tegenwaarde van de effecten voor elk begonnen jaar.
Vanaf 1 januari 2026 worden de bedragen van de verkoop van niet-opgevraagde effecten die bij de Deposito- en Consignatiekas zijn gestort en waarvoor geen teruggave werd gevraagd, aan de Staat toegekend. De emittent kan deze niet-opgevraagde effecten wel inkopen.
Om te vermijden dat effecten, waarvan de rechthebbende onbekend is, blijven bestaan voorzag de wetgever in een systeem van “gedwongen verkoop” en dit vanaf 1 januari 2015. De procedure voor deze verkoop werd door twee recente Koninklijke Besluiten (25 juli 2014, B.S. 8 september 2014) geconcretiseerd en dit voor zowel de genoteerde vennootschappen als voor de niet-genoteerde vennootschappen.
Voor de niet-genoteerde vennootschappen zal de verkoop plaatsvinden op de (door Euronext Brussels georganiseerde) Markt van de Openbare Veilingen. De opbrengsten uit de verkoop worden gestort bij de Deposito- en Consignatiekas, totdat de legitieme rechthebbende ze eventueel opvraagt. De effecten die op 30 november 2015 niet verkocht zijn, moeten worden neergelegd bij de Deposito- en Consignatiekas. In de loop van 2015 moet de emittent laten bevestigen, door zijn commissaris of door een bedrijfsrevisor, een externe accountant of een externe erkende boekhouder, dat hij de nodige maatregelen heeft getroffen in het kader van het dematerialisatieproces van de effecten aan toonder. Het bestuursorgaan moet dit elektronisch bevestigen aan de Deposito- en Consignatiekas.
Vanaf 1 januari 2016 zullen de personen die de teruggave vragen van de netto-opbrengst ingevolge de gedwongen verkoop of van de onverkochte effecten een boete verschuldigd zijn. De boete bedraagt 10% van het bedrag of van de tegenwaarde van de effecten voor elk begonnen jaar.
Vanaf 1 januari 2026 worden de bedragen van de verkoop van niet-opgevraagde effecten die bij de Deposito- en Consignatiekas zijn gestort en waarvoor geen teruggave werd gevraagd, aan de Staat toegekend. De emittent kan deze niet-opgevraagde effecten wel inkopen.