De zaak-Keisse is omwille van de media-aandacht doorheen de jaren velen niet onbekend, en krijgt nu een nieuw staartje. De wielrenner werd naar aanleiding van dopingperikelen geschorst door het TAS. Keisse hield zijn onschuld echter staande en bekwam via de Belgische kortgeding rechter de schorsing van de beslissing van het TAS. De naleving van deze beslissing werd gekoppeld aan een dwangsom. De internationale wielerunie UCI wou zich hier niet bij neerleggen en verbood Keisse ondanks het Belgische vonnis met dwangsom, om deel te nemen aan een wielerwedstrijd in Duitsland. Het Brusselse hof van beroep besliste in 2014 dat de UCI de dwangsom moest betalen aan Keisse.

In een nieuwe episode in dit verhaal, heeft het Hof van Cassatie het hof van beroep evenwel teruggefloten. In een arrest van 29 oktober 2015 oordeelde het Hof immers dat de dwangsom verbonden aan een veroordeling die gedeeltelijk in het buitenland moet worden voldaan, enkel kan worden toegekend indien die veroordeling uitvoerbaar werd verklaard in dat land.