Retour à l'aperçu
26 avr 2017

Veevoederleverancier niet meer als laatste in de rij?

Een faillissement of WCO van een klant staat voor een leverancier dikwijls synoniem met het verlies van een deel, zo niet zijn volledige, schuldvordering. Ook de leverancier van veevoeders ondergaat, als “gewone” schuldeiser, dikwijls hetzelfde lot en komt achter in de rij te staan. Een recent vonnis van de rechtbank van koophandel te Brugge brengt daar nu verandering in.
Anders dan de traditionele opvatting aanvaardde deze rechtbank namelijk het voorrecht van de kosten tot behoud van de zaak voor veevoederschulden. Meer concreet laat dit voorrecht de gedupeerde veevoederleverancier toe om zijn vordering - minstens deels - bij voorrang te zien betalen met de opbrengst van de veestapel waarvoor de voeders werden aangeleverd. In onze volgende nieuwsbrief lichten wij de voorwaarden van het voorrecht van de kosten tot behoud van de zaak verder toe en gaan wij ook in op andere beschermingsmechanismen die uw positie als schuldeiser in de agrarische sector kunnen versterken (Bron: Kh. Brugge, 20 maart 2017).