31 oct 2017
“Automatische” bestuursaansprakelijkheid voor RSZ-schulden bij twee of meer eerdere faillissementen
Voor bestuurders van vennootschappen met sociale schulden die failliet worden verklaard geldt een bijzonder aansprakelijkheidsregime. Zij kunnen aansprakelijk gesteld worden voor de sociale schulden als een grove fout van hen aan de basis ligt van het faillissement.
Bovendien kunnen bestuurders na faillissement ook aansprakelijk gesteld worden voor de sociale schulden van de vennootschap, als ze in de periode van vijf jaar “voorafgaand” aan dit faillissement reeds betrokken waren bij twee of meer andere faillissementen, vereffeningen of gelijkaardige operaties waarbij er eveneens sociale schulden waren. Volgens het advies van de Raad van State gaat het om een “automatische” aansprakelijkheid: ook indien de bestuurder geen enkele fout kan verweten worden, kan hij aansprakelijk worden gesteld.
In een opmerkelijke zaak die recent aanleiding gaf tot een arrest van het Hof van Cassatie (7 april 2017), wordt een zaakvoerder van een failliete bvba aangesproken voor de sociale schulden van die bvba, hoewel het tweede “eerdere” faillissement met sociale schulden pas werd uitgesproken op dezelfde dag als het faillissement van bvba met de sociale schulden waarvoor de zaakvoerder aansprakelijk gehouden wordt. Het Hof van Cassatie oordeelde dat een op dezelfde dag uitgesproken faillissement ook moet beschouwd worden als een faillissement in de periode van vijf jaar “voorafgaand” aan het faillissement van de derde vennootschap. Bestuurders of zaakvoerders die op dezelfde dag de boeken van meerdere vennootschappen neerleggen, zijn gewaarschuwd: dit kan er toe leiden dat zij aansprakelijk worden gesteld voor de sociale schulden van de vennootschappen, zelfs als hen geen fout kan verweten worden.
Bovendien kunnen bestuurders na faillissement ook aansprakelijk gesteld worden voor de sociale schulden van de vennootschap, als ze in de periode van vijf jaar “voorafgaand” aan dit faillissement reeds betrokken waren bij twee of meer andere faillissementen, vereffeningen of gelijkaardige operaties waarbij er eveneens sociale schulden waren. Volgens het advies van de Raad van State gaat het om een “automatische” aansprakelijkheid: ook indien de bestuurder geen enkele fout kan verweten worden, kan hij aansprakelijk worden gesteld.
In een opmerkelijke zaak die recent aanleiding gaf tot een arrest van het Hof van Cassatie (7 april 2017), wordt een zaakvoerder van een failliete bvba aangesproken voor de sociale schulden van die bvba, hoewel het tweede “eerdere” faillissement met sociale schulden pas werd uitgesproken op dezelfde dag als het faillissement van bvba met de sociale schulden waarvoor de zaakvoerder aansprakelijk gehouden wordt. Het Hof van Cassatie oordeelde dat een op dezelfde dag uitgesproken faillissement ook moet beschouwd worden als een faillissement in de periode van vijf jaar “voorafgaand” aan het faillissement van de derde vennootschap. Bestuurders of zaakvoerders die op dezelfde dag de boeken van meerdere vennootschappen neerleggen, zijn gewaarschuwd: dit kan er toe leiden dat zij aansprakelijk worden gesteld voor de sociale schulden van de vennootschappen, zelfs als hen geen fout kan verweten worden.