27 fév 2018
Fraude bij internationale detachering: A1 dan toch niet zo bindend?
Wanneer werknemers van een buitenlandse dienstverlener naar een Belgisch bedrijf worden gedetacheerd en zij een A1-verklaring kunnen voorleggen, dan creëert deze verklaring een vermoeden dat die werknemers correct zijn aangesloten bij de socialezekerheidsregeling van de lidstaat waar de dienstverlener is gevestigd. Deze A1-verklaring is bindend zowel voor de Belgische RSZ als voor de nationale rechters. In het arrest Altun (C-359/16) van 6 februari 2018 heeft het Hof van Justitie evenwel deze bindende kracht gerelativeerd. Het oordeelde immers dat de nationale rechter de A1-verklaring alsnog buiten beschouwing kan laten wanneer blijkt dat deze frauduleus werd verkregen én wanneer een verzoek werd gericht om deze verklaringen te heroverwegen en in te trekken, maar het orgaan van afgifte (in casu was dit een Bulgaarse autoriteit) heeft nagelaten om deze gegevens met het oog op de heroverweging van de gegrondheid van de afgifte van die verklaringen in aanmerking te nemen. Het Hof voegt er nog aan toe dat de Unieregelgeving niet zo ruim mag worden toegepast dat zij handelingen zou dekken die zijn verricht met het doel om door fraude of misbruik te profiteren van de door het Unierecht toegekende voordelen.