28 mai 2019
Keuzerecht overnemer mbt personeel bij gerechtelijke reorganisatie op de helling?
In België kan de overnemer bij een gerechtelijke reorganisatie onder gerechtelijk gezag (GROG) kiezen welke werknemers hij overneemt waarbij de keuze moet zijn ingegeven door technische, economische en organisatorische redenen en zonder verboden differentiatie. Op 16 mei 2019 oordeelde het Europees Hof van Justitie (zaak Plessers) dat dit keuzerecht strijdig is met Europees recht.
Uitzonderingen op de automatische overgang van het personeel bij een overdracht van onderneming zijn volgens Europees recht enkel mogelijk wanneer 1) de vervreemder in een faillissement of een soortgelijke procedure zit, 2) met het oog op de liquidatie van het vermogen van de vervreemder 3) onder toezicht van de overheid.
Volgens het Hof voldoet een GROG niet aan deze voorwaarden. Concreet: de werknemers van de vervreemders gaan automatisch over op de verkrijger én de overgang op zich vormt geen reden tot ontslag. Ontslag wegens economische, technische of organisatorische redenen die wijzigingen voor de werkgelegenheid met zich brengen, blijft wel mogelijk.
Uit de motivering blijkt dat het Hof vooral hekelt dat het keuzerecht van de verkrijger niet gelinkt is aan de verplichting om te bewijzen dat de ontslagen in het kader van de overgang gebaseerd zijn op technische, economische of organisatorische redenen. Het keuzerecht bij de GROG lijkt dus nog niet ten dode opgeschreven maar om richtlijnconform te zijn, dringt een aanpassing zich op.
Uitzonderingen op de automatische overgang van het personeel bij een overdracht van onderneming zijn volgens Europees recht enkel mogelijk wanneer 1) de vervreemder in een faillissement of een soortgelijke procedure zit, 2) met het oog op de liquidatie van het vermogen van de vervreemder 3) onder toezicht van de overheid.
Volgens het Hof voldoet een GROG niet aan deze voorwaarden. Concreet: de werknemers van de vervreemders gaan automatisch over op de verkrijger én de overgang op zich vormt geen reden tot ontslag. Ontslag wegens economische, technische of organisatorische redenen die wijzigingen voor de werkgelegenheid met zich brengen, blijft wel mogelijk.
Uit de motivering blijkt dat het Hof vooral hekelt dat het keuzerecht van de verkrijger niet gelinkt is aan de verplichting om te bewijzen dat de ontslagen in het kader van de overgang gebaseerd zijn op technische, economische of organisatorische redenen. Het keuzerecht bij de GROG lijkt dus nog niet ten dode opgeschreven maar om richtlijnconform te zijn, dringt een aanpassing zich op.