24 fév 2015
Overdracht van niet-volgestorte aandelen: blijft de overdrager tot volstorting gehouden?
Startkapitaal bij bvba en nv
De meest bekende vennootschapsvormen zijn wellicht de bvba (besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) en de nv (naamloze vennootschap). Beide vennootschapsvormen zijn volkomen rechtspersonen. Dat houdt onder meer in dat de vennoten c.q. aandeelhouders in principe niet aansprakelijk zijn voor de schulden van de vennootschap. De keerzijde hiervan is dat deze vennootschappen bij hun oprichting van voldoende kapitaal voorzien moeten worden. Dit kapitaal wordt gevormd door wat de oprichters inbrengen in de vennootschap. Deze inbrengen kunnen bestaan uit geld en/of goederen in natura (bijvoorbeeld een handelszaak of een gebouw).
Als het kapitaal kennelijk ontoereikend is, riskeren de oprichters in geval van faillissement binnen de drie jaar na de oprichting dat ze geheel of gedeeltelijk aansprakelijk worden gesteld voor onbetaalde schulden van de failliete vennootschap. Bovendien vereist een bvba een minimumkapitaal van € 18.550 (het bijzondere geval van de starter-bvba buiten beschouwing gelaten) en een nv een minimumkapitaal van € 61.500.
Het kapitaal van een bvba of nv dient bij oprichting echter niet volledig gestort te worden. Voor een gewone bvba volstaat een storting in speciën van € 6.200. Dit wordt € 12.400 als de bvba maar één vennoot heeft. Bovendien moet op elk aandeel waarop in geld wordt ingeschreven bij oprichting minstens een vijfde van de inbreng gestort worden. Inbreng in natura moet meteen bij de oprichting gebeuren. Voor een nv moet hoe dan ook minstens € 61.500 gestort worden en verder minstens een vierde van het kapitaal waarop in geld wordt ingeschreven. Aandelen die een inbreng in natura vertegenwoordigen, moeten uiterlijk vijf jaar na oprichting volgestort zijn.
De vennoot of aandeelhouder die zijn inbreng niet volledig gestort heeft, moet bijstorten als het bestuursorgaan (of de curator na een faillissement) niet-gestort kapitaal opvraagt.
Wie moet volstorten na overdracht van aandelen?
Kapitaal dat door het bestuursorgaan werd opgevraagd vooraleer de aandeelhouder of vennoot zijn aandelen heeft overgedragen, blijft verschuldigd door de overdrager. Zoveel is duidelijk. Een discussie die echter nog vaak voor rechtbanken gevoerd wordt, gaat over de vraag wie moet volstorten als de het niet-gestorte kapitaal pas wordt opgevraagd nadat niet-volgestorte aandelen werden overgedragen. Kan deze storting nog geëist worden van de oprichter van de vennootschap of kan enkel de koper aangesproken worden om het niet-gestorte bedrag te betalen? Het wetboek van vennootschappen bevat wat dit betreft een schijnbaar verschillende regeling voor de bvba en voor de nv.
1. Aandelen in een nv
De wetgever heeft de overdracht van niet-volgestorte aandelen in een nv uitdrukkelijk geregeld. De overdrager blijft verplicht om bij te dragen tot de schulden van de nv die zijn ontstaan voor de overdracht tegenwerpelijk werd. Deze verplichting blijft uiteraard beperkt tot het bedrag dat nog gestort moet worden op de overgedragen aandelen. Voor schulden die nadien zijn ontstaan, moet de overnemer instaan (opnieuw beperkt tot het nog niet gestorte bedrag).
Het kantelmoment is de tegenwerpelijkheid van de overdracht van aandelen aan de vennootschap en aan derden. Zolang de overdracht aan hen niet tegenwerpelijk is, kunnen de vennootschap c.q. derden de overdracht als onbestaande beschouwen. Deze tegenwerpelijkheid is onderscheiden van de eigendomsoverdracht als zodanig. De eigendomsoverdracht van aandelen vindt plaats tussen de overdrager en de overnemer, in principe zodra de overeenkomst tot overdracht tot stand is gekomen. (Contractueel wordt daar echter meestal van afgeweken door de eigendomsoverdracht uit te stellen tot op het ogenblik dat de koopprijs is betaald.)
Tegenwerpelijkheid aan de vennootschap
De overdracht van aandelen wordt tegenwerpelijk aan de vennootschap door de inschrijving in het aandelenregister. De inschrijving van de verklaring van overdracht wordt dan gedagtekend en ondertekend door de overdrager en de overnemer. Sinds de inwerkingtreding van de wetswijziging van 14 december 2005 is deze inschrijving in principe de enige manier waarop de overdrager de overdracht tegenwerpelijk kan maken aan de vennootschap. Dat belet echter niet dat de vennootschap ervoor kan opteren een overdracht die niet door de overdrager en de overnemer werd ingeschreven toch te erkennen.
Zodra de overdracht is ingeschreven, zal de vennootschap van de oorspronkelijke aandeelhouder geen bijstortingen meer kunnen vorderen, behalve wanneer die zouden dienen om schulden aan te zuiveren waarvoor schuldeisers van de vennootschap de oorspronkelijke aandeelhouder nog kunnen aanspreken.
Tegenwerpelijkheid aan derden
Aan derden (vooral schuldeisers) wordt de overdracht pas tegenwerpelijk nadat de lijst van aandeelhouders die hun aandelen niet hebben volgestort (waarin de overnemer in plaats van de overdrager vermeld wordt) is neergelegd op de griffie van de rechtbank van koophandel waar de vennootschap haar zetel heeft, en nadat de neerlegging van die lijst is bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad. Schuldeisers van een nv kunnen dus alsnog storting vorderen van de oorspronkelijke aandeelhouder van niet-gestorte bedragen op aandelen die werden overgedragen, maar enkel voor schulden die zijn ontstaan vóór de bekendmaking van de neerlegging van voormelde lijst.
2. Aandelen in een bvba
Voor de overdracht van niet-volgestorte aandelen in een bvba bestaat geen bijzondere regeling. Betekent dit dat wie niet-volgestorte aandelen in een bvba overdraagt na de overdracht niet meer aangesproken kan worden tot volstorting van die aandelen? Ook een overdracht van aandelen in een bvba vereist inschrijving in het aandelenregister om tegenwerpelijk te worden aan de vennootschap zelf. In een recentere interpretatie, die door meerdere rechters werd bijgetreden, heeft de inschrijving in het aandelenregister meteen tot gevolg dat de oorspronkelijke vennoot door de inschrijving van zijn volstortingsplicht is ontheven.
Deze interpretatie is toch wel opmerkelijk, want ze leidt ertoe dat een vennoot in een bvba bij het overdragen van niet-volgestorte aandelen gunstiger behandeld wordt dan een aandeelhouder in een nv. Nochtans is het net de bvba die – in tegenstelling tot de nv – een persoonsgebonden karakter heeft, waarbij de identiteit van de vennoten en hun solvabiliteit ook ten aanzien van de vennootschapsschuldeisers van belang is. De interpretatie dat de inschrijving van een overdracht in het aandelenregister van een bvba de overdrager meteen van zijn volstortingsplicht bevrijdt, staat dan ook onder vuur.
Bepleit wordt dat voor de overdracht van niet-volgestorte aandelen in een bvba hoe dan ook geldt dat de overdrager aansprakelijk blijft – beperkt tot het niet-gestorte bedrag op de aandelen – voor schulden die dateren van voor de tegenwerpelijkheid van de overdracht. Dit is dus een oplossing die analoog is aan de wettelijke regeling voor de overdracht van niet-volgestorte aandelen in een nv, met dien verstande dat de inschrijving in het aandelenregister de overdracht ook aan de schuldeisers van een bvba tegenwerpelijk zou maken.
Bevrijding van de volstortingsplicht van de oorspronkelijke vennoot
Bepaalde rechtspraak en rechtsleer gaat echter verder dan dat en vereist dat de vennootschap ook uitdrukkelijk akkoord gaat met de bevrijding van de oorspronkelijke vennoot. Dit is een toepassing van het algemene principe dat een debiteur die zijn schuld (hier de verbintenis tot volstorting) aan een derde overdraagt, slechts bevrijd kan zijn van de gedelegeerde schuld mits het akkoord van de schuldeiser (de vennootschap). In deze strenge visie, die ook door bepaalde rechtspraak al gevolgd werd, blijft de overdrager dus gehouden tot volstorting, ook voor schulden die ontstaan zijn nadat de overdracht werd ingeschreven in het aandelenregister.
Een voormalige vennoot die nog in volstorting op overgedragen aandelen wordt aangesproken, zal meestal wel verhaal hebben op de overnemer. Doorgaans wordt immers aangenomen dat de overnemer ook moet instaan voor de verplichtingen die aan de overgenomen aandelen kleven. Toch wordt in de overeenkomst tot overdracht van de aandelen best ook uitdrukkelijk bepaald wie tot volstorting gehouden is. Aan een vrijwaringsplicht van de overnemer heeft de overdrager echter weinig als de overnemer ondertussen insolvabel geworden is. Het is dan ook aangewezen dat naast de inschrijving van de overdracht in het aandelenregister, de vennootschap de overdrager ook uitdrukkelijk ontslaat van elke volstortingsplicht op de overgedragen aandelen. Een voorzichtige overdrager zal er goed aan doen de bevrijding van de volstortingsplicht ook uitdrukkelijk door de algemene vergadering van de vennootschap te laten goedkeuren. Daartoe kan onmiddellijk na de eigendomsoverdracht van de aandelen een algemene vergadering gehouden worden.
Een uitdrukkelijke bevrijding van de oorspronkelijke vennoot tot volstorting van de aandelen zal geen soelaas brengen in geval van een ‘georkestreerde’ overdracht aan een insolvabele overnemer om als overdrager aan de volstortingsplicht te ontsnappen. In dat geval zullen schuldeisers van de vennootschap de bevrijding van de initiële vennoot kunnen aanvechten. Bij een normale overdracht van niet-volgestorte aandelen in een bvba zal een uitdrukkelijke bevrijding van de initiële vennoot door de vennootschap latere aanspraken tot volstorting op de overgedragen aandelen echter wel beletten.
De meest bekende vennootschapsvormen zijn wellicht de bvba (besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) en de nv (naamloze vennootschap). Beide vennootschapsvormen zijn volkomen rechtspersonen. Dat houdt onder meer in dat de vennoten c.q. aandeelhouders in principe niet aansprakelijk zijn voor de schulden van de vennootschap. De keerzijde hiervan is dat deze vennootschappen bij hun oprichting van voldoende kapitaal voorzien moeten worden. Dit kapitaal wordt gevormd door wat de oprichters inbrengen in de vennootschap. Deze inbrengen kunnen bestaan uit geld en/of goederen in natura (bijvoorbeeld een handelszaak of een gebouw).
Als het kapitaal kennelijk ontoereikend is, riskeren de oprichters in geval van faillissement binnen de drie jaar na de oprichting dat ze geheel of gedeeltelijk aansprakelijk worden gesteld voor onbetaalde schulden van de failliete vennootschap. Bovendien vereist een bvba een minimumkapitaal van € 18.550 (het bijzondere geval van de starter-bvba buiten beschouwing gelaten) en een nv een minimumkapitaal van € 61.500.
Het kapitaal van een bvba of nv dient bij oprichting echter niet volledig gestort te worden. Voor een gewone bvba volstaat een storting in speciën van € 6.200. Dit wordt € 12.400 als de bvba maar één vennoot heeft. Bovendien moet op elk aandeel waarop in geld wordt ingeschreven bij oprichting minstens een vijfde van de inbreng gestort worden. Inbreng in natura moet meteen bij de oprichting gebeuren. Voor een nv moet hoe dan ook minstens € 61.500 gestort worden en verder minstens een vierde van het kapitaal waarop in geld wordt ingeschreven. Aandelen die een inbreng in natura vertegenwoordigen, moeten uiterlijk vijf jaar na oprichting volgestort zijn.
De vennoot of aandeelhouder die zijn inbreng niet volledig gestort heeft, moet bijstorten als het bestuursorgaan (of de curator na een faillissement) niet-gestort kapitaal opvraagt.
Wie moet volstorten na overdracht van aandelen?
Kapitaal dat door het bestuursorgaan werd opgevraagd vooraleer de aandeelhouder of vennoot zijn aandelen heeft overgedragen, blijft verschuldigd door de overdrager. Zoveel is duidelijk. Een discussie die echter nog vaak voor rechtbanken gevoerd wordt, gaat over de vraag wie moet volstorten als de het niet-gestorte kapitaal pas wordt opgevraagd nadat niet-volgestorte aandelen werden overgedragen. Kan deze storting nog geëist worden van de oprichter van de vennootschap of kan enkel de koper aangesproken worden om het niet-gestorte bedrag te betalen? Het wetboek van vennootschappen bevat wat dit betreft een schijnbaar verschillende regeling voor de bvba en voor de nv.
1. Aandelen in een nv
De wetgever heeft de overdracht van niet-volgestorte aandelen in een nv uitdrukkelijk geregeld. De overdrager blijft verplicht om bij te dragen tot de schulden van de nv die zijn ontstaan voor de overdracht tegenwerpelijk werd. Deze verplichting blijft uiteraard beperkt tot het bedrag dat nog gestort moet worden op de overgedragen aandelen. Voor schulden die nadien zijn ontstaan, moet de overnemer instaan (opnieuw beperkt tot het nog niet gestorte bedrag).
Het kantelmoment is de tegenwerpelijkheid van de overdracht van aandelen aan de vennootschap en aan derden. Zolang de overdracht aan hen niet tegenwerpelijk is, kunnen de vennootschap c.q. derden de overdracht als onbestaande beschouwen. Deze tegenwerpelijkheid is onderscheiden van de eigendomsoverdracht als zodanig. De eigendomsoverdracht van aandelen vindt plaats tussen de overdrager en de overnemer, in principe zodra de overeenkomst tot overdracht tot stand is gekomen. (Contractueel wordt daar echter meestal van afgeweken door de eigendomsoverdracht uit te stellen tot op het ogenblik dat de koopprijs is betaald.)
Tegenwerpelijkheid aan de vennootschap
De overdracht van aandelen wordt tegenwerpelijk aan de vennootschap door de inschrijving in het aandelenregister. De inschrijving van de verklaring van overdracht wordt dan gedagtekend en ondertekend door de overdrager en de overnemer. Sinds de inwerkingtreding van de wetswijziging van 14 december 2005 is deze inschrijving in principe de enige manier waarop de overdrager de overdracht tegenwerpelijk kan maken aan de vennootschap. Dat belet echter niet dat de vennootschap ervoor kan opteren een overdracht die niet door de overdrager en de overnemer werd ingeschreven toch te erkennen.
Zodra de overdracht is ingeschreven, zal de vennootschap van de oorspronkelijke aandeelhouder geen bijstortingen meer kunnen vorderen, behalve wanneer die zouden dienen om schulden aan te zuiveren waarvoor schuldeisers van de vennootschap de oorspronkelijke aandeelhouder nog kunnen aanspreken.
Tegenwerpelijkheid aan derden
Aan derden (vooral schuldeisers) wordt de overdracht pas tegenwerpelijk nadat de lijst van aandeelhouders die hun aandelen niet hebben volgestort (waarin de overnemer in plaats van de overdrager vermeld wordt) is neergelegd op de griffie van de rechtbank van koophandel waar de vennootschap haar zetel heeft, en nadat de neerlegging van die lijst is bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad. Schuldeisers van een nv kunnen dus alsnog storting vorderen van de oorspronkelijke aandeelhouder van niet-gestorte bedragen op aandelen die werden overgedragen, maar enkel voor schulden die zijn ontstaan vóór de bekendmaking van de neerlegging van voormelde lijst.
2. Aandelen in een bvba
Voor de overdracht van niet-volgestorte aandelen in een bvba bestaat geen bijzondere regeling. Betekent dit dat wie niet-volgestorte aandelen in een bvba overdraagt na de overdracht niet meer aangesproken kan worden tot volstorting van die aandelen? Ook een overdracht van aandelen in een bvba vereist inschrijving in het aandelenregister om tegenwerpelijk te worden aan de vennootschap zelf. In een recentere interpretatie, die door meerdere rechters werd bijgetreden, heeft de inschrijving in het aandelenregister meteen tot gevolg dat de oorspronkelijke vennoot door de inschrijving van zijn volstortingsplicht is ontheven.
Deze interpretatie is toch wel opmerkelijk, want ze leidt ertoe dat een vennoot in een bvba bij het overdragen van niet-volgestorte aandelen gunstiger behandeld wordt dan een aandeelhouder in een nv. Nochtans is het net de bvba die – in tegenstelling tot de nv – een persoonsgebonden karakter heeft, waarbij de identiteit van de vennoten en hun solvabiliteit ook ten aanzien van de vennootschapsschuldeisers van belang is. De interpretatie dat de inschrijving van een overdracht in het aandelenregister van een bvba de overdrager meteen van zijn volstortingsplicht bevrijdt, staat dan ook onder vuur.
Bepleit wordt dat voor de overdracht van niet-volgestorte aandelen in een bvba hoe dan ook geldt dat de overdrager aansprakelijk blijft – beperkt tot het niet-gestorte bedrag op de aandelen – voor schulden die dateren van voor de tegenwerpelijkheid van de overdracht. Dit is dus een oplossing die analoog is aan de wettelijke regeling voor de overdracht van niet-volgestorte aandelen in een nv, met dien verstande dat de inschrijving in het aandelenregister de overdracht ook aan de schuldeisers van een bvba tegenwerpelijk zou maken.
Bevrijding van de volstortingsplicht van de oorspronkelijke vennoot
Bepaalde rechtspraak en rechtsleer gaat echter verder dan dat en vereist dat de vennootschap ook uitdrukkelijk akkoord gaat met de bevrijding van de oorspronkelijke vennoot. Dit is een toepassing van het algemene principe dat een debiteur die zijn schuld (hier de verbintenis tot volstorting) aan een derde overdraagt, slechts bevrijd kan zijn van de gedelegeerde schuld mits het akkoord van de schuldeiser (de vennootschap). In deze strenge visie, die ook door bepaalde rechtspraak al gevolgd werd, blijft de overdrager dus gehouden tot volstorting, ook voor schulden die ontstaan zijn nadat de overdracht werd ingeschreven in het aandelenregister.
Een voormalige vennoot die nog in volstorting op overgedragen aandelen wordt aangesproken, zal meestal wel verhaal hebben op de overnemer. Doorgaans wordt immers aangenomen dat de overnemer ook moet instaan voor de verplichtingen die aan de overgenomen aandelen kleven. Toch wordt in de overeenkomst tot overdracht van de aandelen best ook uitdrukkelijk bepaald wie tot volstorting gehouden is. Aan een vrijwaringsplicht van de overnemer heeft de overdrager echter weinig als de overnemer ondertussen insolvabel geworden is. Het is dan ook aangewezen dat naast de inschrijving van de overdracht in het aandelenregister, de vennootschap de overdrager ook uitdrukkelijk ontslaat van elke volstortingsplicht op de overgedragen aandelen. Een voorzichtige overdrager zal er goed aan doen de bevrijding van de volstortingsplicht ook uitdrukkelijk door de algemene vergadering van de vennootschap te laten goedkeuren. Daartoe kan onmiddellijk na de eigendomsoverdracht van de aandelen een algemene vergadering gehouden worden.
Een uitdrukkelijke bevrijding van de oorspronkelijke vennoot tot volstorting van de aandelen zal geen soelaas brengen in geval van een ‘georkestreerde’ overdracht aan een insolvabele overnemer om als overdrager aan de volstortingsplicht te ontsnappen. In dat geval zullen schuldeisers van de vennootschap de bevrijding van de initiële vennoot kunnen aanvechten. Bij een normale overdracht van niet-volgestorte aandelen in een bvba zal een uitdrukkelijke bevrijding van de initiële vennoot door de vennootschap latere aanspraken tot volstorting op de overgedragen aandelen echter wel beletten.