Terug naar overzicht
30 jun 2015

Beslag bij promotor werkt niet door naar opgerichte vennootschap

Een vennootschap wordt bijna nooit van de ene op de andere dag opgericht. Meestal gaat daar een voorbereidingsperiode aan vooraf. De persoon die in deze periode verbintenissen aangaat in naam en voor rekening van de vennootschap in oprichting, de “promotor”, is persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor deze verbintenissen.

Artikel 60 van het Wetboek van Vennootschappen voorziet evenwel in de mogelijkheid voor de vennootschap om de verbintenissen, die haar promotor heeft gesteld, over te nemen. Dit heeft tot gevolg dat de gestelde handelingen van het begin af worden geacht door de vennootschap te zijn aangegaan en dat de promotor bijgevolg is bevrijd van de aangegane verbintenissen voor de vennootschap in oprichting.

In een recent arrest diende het Hof van Cassatie zich uit te spreken over de vraag of het beslag door een schuldeiser van de promotor mee overgaat naar de vennootschap. In het geval waar het Hof zich over diende te buigen, had de promotor voor de vennootschap in oprichting een onroerend goed aangekocht waarop naderhand een persoonlijke schuldeiser van de promotor beslag legde.

Het Hof oordeelde dat het onroerend goed niet bezwaard bleef met het beslag. Met de overname door de naderhand opgerichte vennootschap kwam het beslag te vervallen. Redenering is dat het onroerend goed vanaf het begin immers geacht wordt de eigendom te zijn geweest van de vennootschap. Voorwaarde die het Hof evenwel stelt, is dat de op het hypotheekkantoor overgeschreven aankoopakte uitdrukkelijk vermeldt dat de aankoop werd verricht in naam van de vennootschap in oprichting. (Cass. 8 mei 2015, C.14.0248.N)