31 okt 2017
Cumul hoofdelijke aansprakelijkheid en inhoudingsplicht: een no-go!
In een recent arrest van 11 september 2017 besliste het Hof van Cassatie dat in het kader van artikel 30bis RSZ-wet de hoofdelijke aansprakelijkheid voor sociale schulden en de inhoudingsplicht niet cumulatief kunnen worden toegepast.
Dit artikel voorziet dat de opdrachtgever die een beroep doet op een aannemer die sociale schulden heeft op het ogenblik van de contractsluiting, hoofdelijk aansprakelijk is voor die schulden, en dit zowel voor de schulden die bestaan op het ogenblik van de contractsluiting als de schulden die tijdens de uitvoering van het contract ontstaan. Deze hoofdelijke aansprakelijkheid is evenwel beperkt tot de totale prijs van de werken. Daarnaast heeft de opdrachtgever ook nog een inhoudingsplicht. Dit wil zeggen dat de opdrachtgever op het moment van betaling van het geheel of deel van de prijs, 35% van het aan zijn aannemer verschuldigde bedrag moet inhouden en doorstorten naar de RSZ.
De inhoudingen en stortingen moeten volgens het Hof worden beschouwd als voorschotten op de bedragen die de opdrachtgever van de werken verschuldigd is ingevolge de hoofdelijke aansprakelijkheid. De RSZ kan bijgevolg niet eisen dat de opdrachtgever naast het betalen van de sociale schulden ten belope van de totale prijs van de werken, ook nog eens de som ten belope van 35% van het aan de aannemer verschuldigde bedrag zou betalen.
Dit artikel voorziet dat de opdrachtgever die een beroep doet op een aannemer die sociale schulden heeft op het ogenblik van de contractsluiting, hoofdelijk aansprakelijk is voor die schulden, en dit zowel voor de schulden die bestaan op het ogenblik van de contractsluiting als de schulden die tijdens de uitvoering van het contract ontstaan. Deze hoofdelijke aansprakelijkheid is evenwel beperkt tot de totale prijs van de werken. Daarnaast heeft de opdrachtgever ook nog een inhoudingsplicht. Dit wil zeggen dat de opdrachtgever op het moment van betaling van het geheel of deel van de prijs, 35% van het aan zijn aannemer verschuldigde bedrag moet inhouden en doorstorten naar de RSZ.
De inhoudingen en stortingen moeten volgens het Hof worden beschouwd als voorschotten op de bedragen die de opdrachtgever van de werken verschuldigd is ingevolge de hoofdelijke aansprakelijkheid. De RSZ kan bijgevolg niet eisen dat de opdrachtgever naast het betalen van de sociale schulden ten belope van de totale prijs van de werken, ook nog eens de som ten belope van 35% van het aan de aannemer verschuldigde bedrag zou betalen.