25 jun 2019
De kmo regeert het land, beter dan ooit tevoren
1. Misbruik van economische afhankelijkheid
Er wordt een extra categorie van mededingingsrechtelijke regels in het leven geroepen die rekening houdt met zogenaamde ‘posities van economische afhankelijkheid’. De regeling heeft tot doel kwetsbare ondernemingen te wapenen tegen meer dominante ondernemingen, die in het bijzonder een aantasting van de mededingingsmogelijkheden van hun partner beogen of in staat zijn een dergelijke aantasting af te dwingen als gevolg van hun dominantie.
De omvang of solvabiliteit van een onderneming is daarbij trouwens niet doorslaggevend. Dominantie kan het gevolg zijn van vele factoren, zoals de aard van de transactie, exclusiviteit in hoofde van een van beide ondernemingen … Dit is geval per geval te bekijken. Zo kan een grote of exclusieve fabrikant/verdeler enerzijds wel sterk staan wat betreft de koop-verkoop van zijn goederen, maar zich anderzijds in een positie van economische afhankelijkheid bevinden ten aanzien van de IT-firma die zijn facturatiesysteem beheert.
De dominante onderneming krijgt onder de nieuwe regelgeving in het bijzonder het verbod opgelegd om:
- koop-verkopen te weigeren;
- rechtstreeks of onrechtstreeks onbillijke contractuele voorwaarden en/of prijzen af te dwingen;
- productie en afzet te beperken ten nadele van de verbruikers;
- ongelijke voorwaarden toe te passen voor gelijkaardige prestaties;
- overeenkomsten te sluiten waarbij de kwetsbare partner zich moet verbinden tot het leveren van bijkomende prestaties die geen verband houden met het onderwerp van de (hoofd)overeenkomst.
De Belgische Mededingingsautoriteit zal waken over de naleving van de nieuwe verbodsbepalingen. Een onderneming die de regeling met de voeten treedt, riskeert een geldboete die kan oplopen tot twee procent van haar totale omzet.
2. Onrechtmatige contractuele bedingen
Ook het gebruik van bepaalde contractuele clausules in B2B-relaties wordt voortaan verboden. Net zoals al het geval is in de verhouding tot consumenten, wil de wet contractuele bepalingen verbieden die een kennelijk onevenwicht scheppen tussen de rechten en plichten van partijen. De verboden bedingen worden in twee lijsten opgedeeld: een zwarte en een grijze.
- De zwarte lijst bevat vier bedingen die in elk geval verboden zijn. Het gaat om:
- het beding waarbij een partij zich het recht voorbehoudt om het contract of een clausule ervan te interpreteren;
- het beding dat het uitvoeren van een prestatie louter afhankelijk maakt van de wil van de niet-presterende partij;
- het beding dat het aanwenden van elk rechtsmiddel op voorhand uitsluit;
- het beding dat besluit tot kennisname en aanvaarding van de contractvoorwaarden terwijl die kennisname niet daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.
- De grijze lijst bevat acht bedingen die worden vermoed nietig te zijn, maar waarvan het tegenbewijs kan worden aangeleverd. Het betreft onder meer clausules waarbij partijen zich verbinden zonder dat er in principe een redelijke opzegtermijn wordt bepaald, bedingen waarbij een onderneming zich het recht voorbehoudt om prijs, kenmerken of voorwaarden van een overeenkomst te wijzingen zonder geldige reden, en het op ongepaste wijze uitsluiten of beperken van de wettelijke rechten van een partij in geval van contractbreuk door zijn medecontractant.
3. Oneerlijke marktpraktijken
Ook het verbod op oneerlijke marktprakijken – dat tot op heden slechts in algemene termen ingeschreven staat in de wet – wordt verder gespecifieerd, evenzeer geïnspireerd op het consumentenrecht. Ondernemingen onderling dienen zich voortaan voor, tijdens en na de uitvoering van de overeenkomst te onthouden van zowel misleidend als agressief marktgedrag.
Misleidende marktpraktijken zijn deze die erop gericht zijn een (potentiële) contractant op het verkeerde been te zetten omtrent een aantal doorslaggevende elementen van de handelsrelatie of (beoogde) transactie. Het gaat onder meer om het creëren van verwarring over essentiële kenmerken van producten, prijzen, risico’s, rechten, intellectuele eigendom … Kortom: elementen die van zo’n belang zijn dat de contractpartij mogelijk niet in zee zou zijn gegaan met de misleidende onderneming mocht ze de ware toedracht van zaken hebben gekend.
De regelgeving rond agressieve marktpraktijken verbiedt in essentie het gebruik van dwang (dreigementen, intimidatie, emotionele chantage …). Hiermee wordt beoogd de keuze- en handelsvrijheid van ondernemingen maximaal te vrijwaren.
Inwerkingtreding
De nieuwe wet treedt trapsgewijs in werking. Voor de regels rond het misbruik van economische afhankelijke posities is dat vanaf de dertiende maand na publicatie, voor deze over de onrechtmatige bedingen vanaf de negentiende maand, en voor deze betreffende de oneerlijke marktpraktijken vanaf de vierde maand. Op de publicatie van de wet is het trouwens hoe dan ook nog even wachten, nu de tekst nog moet worden bekrachtigd.
De volledige wettekst vindt u hier: www.dekamer.be.
Er wordt een extra categorie van mededingingsrechtelijke regels in het leven geroepen die rekening houdt met zogenaamde ‘posities van economische afhankelijkheid’. De regeling heeft tot doel kwetsbare ondernemingen te wapenen tegen meer dominante ondernemingen, die in het bijzonder een aantasting van de mededingingsmogelijkheden van hun partner beogen of in staat zijn een dergelijke aantasting af te dwingen als gevolg van hun dominantie.
De omvang of solvabiliteit van een onderneming is daarbij trouwens niet doorslaggevend. Dominantie kan het gevolg zijn van vele factoren, zoals de aard van de transactie, exclusiviteit in hoofde van een van beide ondernemingen … Dit is geval per geval te bekijken. Zo kan een grote of exclusieve fabrikant/verdeler enerzijds wel sterk staan wat betreft de koop-verkoop van zijn goederen, maar zich anderzijds in een positie van economische afhankelijkheid bevinden ten aanzien van de IT-firma die zijn facturatiesysteem beheert.
De dominante onderneming krijgt onder de nieuwe regelgeving in het bijzonder het verbod opgelegd om:
- koop-verkopen te weigeren;
- rechtstreeks of onrechtstreeks onbillijke contractuele voorwaarden en/of prijzen af te dwingen;
- productie en afzet te beperken ten nadele van de verbruikers;
- ongelijke voorwaarden toe te passen voor gelijkaardige prestaties;
- overeenkomsten te sluiten waarbij de kwetsbare partner zich moet verbinden tot het leveren van bijkomende prestaties die geen verband houden met het onderwerp van de (hoofd)overeenkomst.
De Belgische Mededingingsautoriteit zal waken over de naleving van de nieuwe verbodsbepalingen. Een onderneming die de regeling met de voeten treedt, riskeert een geldboete die kan oplopen tot twee procent van haar totale omzet.
2. Onrechtmatige contractuele bedingen
Ook het gebruik van bepaalde contractuele clausules in B2B-relaties wordt voortaan verboden. Net zoals al het geval is in de verhouding tot consumenten, wil de wet contractuele bepalingen verbieden die een kennelijk onevenwicht scheppen tussen de rechten en plichten van partijen. De verboden bedingen worden in twee lijsten opgedeeld: een zwarte en een grijze.
- De zwarte lijst bevat vier bedingen die in elk geval verboden zijn. Het gaat om:
- het beding waarbij een partij zich het recht voorbehoudt om het contract of een clausule ervan te interpreteren;
- het beding dat het uitvoeren van een prestatie louter afhankelijk maakt van de wil van de niet-presterende partij;
- het beding dat het aanwenden van elk rechtsmiddel op voorhand uitsluit;
- het beding dat besluit tot kennisname en aanvaarding van de contractvoorwaarden terwijl die kennisname niet daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.
- De grijze lijst bevat acht bedingen die worden vermoed nietig te zijn, maar waarvan het tegenbewijs kan worden aangeleverd. Het betreft onder meer clausules waarbij partijen zich verbinden zonder dat er in principe een redelijke opzegtermijn wordt bepaald, bedingen waarbij een onderneming zich het recht voorbehoudt om prijs, kenmerken of voorwaarden van een overeenkomst te wijzingen zonder geldige reden, en het op ongepaste wijze uitsluiten of beperken van de wettelijke rechten van een partij in geval van contractbreuk door zijn medecontractant.
3. Oneerlijke marktpraktijken
Ook het verbod op oneerlijke marktprakijken – dat tot op heden slechts in algemene termen ingeschreven staat in de wet – wordt verder gespecifieerd, evenzeer geïnspireerd op het consumentenrecht. Ondernemingen onderling dienen zich voortaan voor, tijdens en na de uitvoering van de overeenkomst te onthouden van zowel misleidend als agressief marktgedrag.
Misleidende marktpraktijken zijn deze die erop gericht zijn een (potentiële) contractant op het verkeerde been te zetten omtrent een aantal doorslaggevende elementen van de handelsrelatie of (beoogde) transactie. Het gaat onder meer om het creëren van verwarring over essentiële kenmerken van producten, prijzen, risico’s, rechten, intellectuele eigendom … Kortom: elementen die van zo’n belang zijn dat de contractpartij mogelijk niet in zee zou zijn gegaan met de misleidende onderneming mocht ze de ware toedracht van zaken hebben gekend.
De regelgeving rond agressieve marktpraktijken verbiedt in essentie het gebruik van dwang (dreigementen, intimidatie, emotionele chantage …). Hiermee wordt beoogd de keuze- en handelsvrijheid van ondernemingen maximaal te vrijwaren.
Inwerkingtreding
De nieuwe wet treedt trapsgewijs in werking. Voor de regels rond het misbruik van economische afhankelijke posities is dat vanaf de dertiende maand na publicatie, voor deze over de onrechtmatige bedingen vanaf de negentiende maand, en voor deze betreffende de oneerlijke marktpraktijken vanaf de vierde maand. Op de publicatie van de wet is het trouwens hoe dan ook nog even wachten, nu de tekst nog moet worden bekrachtigd.
De volledige wettekst vindt u hier: www.dekamer.be.