29 sep 2015
Deregulering inzake het aankondigen van prijsverminderingen
Een recent wetsontwerp van 27 augustus 2015 voorziet in een aantal wijzigingen in het Wetboek van economisch recht (‘WER’). Naast het wegwerken van een aantal kinderziektes, heeft dit wetsontwerp tot doel het WER in overeenstemming te brengen met het Europees recht.
In een arrest van 10 juli 2014 oordeelde het Europese Hof van Justitie immers dat de Belgische regels inzake het aankondigen van prijsverminderingen in strijd zijn met de Europese richtlijn oneerlijke handelspraktijken. Deze regels bepalen onder meer dat aankondigingen van prijsverminderingen enkel mogelijk zijn wanneer de nieuwe prijs lager is dan de referentieprijs, zijnde de laagste prijs die de onderneming heeft toegepast in de loop van de maand voorafgaand aan de aankondiging van de nieuwe prijs. Een gelijkaardige regeling die geldt voor aankondigingen van prijsverminderingen in het kader van de solden werd tevens veroordeeld.
In de nasleep van dit arrest voorziet het wetsvoorstel om de betreffende regels op te heffen. Dit zou het geval zijn voor zowel de algemene regeling als voor de regelingen voor solden, uitverkoop en vrije beroepen.
Dit alles betekent niet dat er een volledige vrijgeleide voor ondernemers zou ontstaan inzake deze materie. Het verbod op oneerlijke handelspraktijken en, meer in het bijzonder, misleidende informatie met betrekking tot de prijs blijft immers wél onverminderd gelden.
In een arrest van 10 juli 2014 oordeelde het Europese Hof van Justitie immers dat de Belgische regels inzake het aankondigen van prijsverminderingen in strijd zijn met de Europese richtlijn oneerlijke handelspraktijken. Deze regels bepalen onder meer dat aankondigingen van prijsverminderingen enkel mogelijk zijn wanneer de nieuwe prijs lager is dan de referentieprijs, zijnde de laagste prijs die de onderneming heeft toegepast in de loop van de maand voorafgaand aan de aankondiging van de nieuwe prijs. Een gelijkaardige regeling die geldt voor aankondigingen van prijsverminderingen in het kader van de solden werd tevens veroordeeld.
In de nasleep van dit arrest voorziet het wetsvoorstel om de betreffende regels op te heffen. Dit zou het geval zijn voor zowel de algemene regeling als voor de regelingen voor solden, uitverkoop en vrije beroepen.
Dit alles betekent niet dat er een volledige vrijgeleide voor ondernemers zou ontstaan inzake deze materie. Het verbod op oneerlijke handelspraktijken en, meer in het bijzonder, misleidende informatie met betrekking tot de prijs blijft immers wél onverminderd gelden.