Vroeger begingen sociaal inspecteurs een misdrijf wanneer zij een valse naam gebruikten om hiermee inbreuken op de wetgeving inzake discriminatie vast te stellen. Sinds 1 april 2018 is het de inspecteurs echter toegestaan om kleine strafrechtelijke overtredingen te plegen om discriminatie te bewijzen, want voortaan mag men de techniek van mystery shopping gebruiken. Concreet betekent dit dat sociaal inspecteurs zich onder bepaalde omstandigheden mogen voordoen als (potentiële) klanten of (potentiële) werknemers om na te gaan of een onderneming zich schuldig maakt aan discriminatie.

Sociaal inspecteurs kunnen echter niet zomaar gebruik maken van deze anonieme praktijktests: hieraan zijn strenge voorwaarden verbonden. De sociale inspecteur moet namelijk eerst een schriftelijk akkoord hebben gekregen van de arbeidsauditeur. Het nieuw opsporingsmiddel kan alleen worden ingezet wanneer er sprake is van objectieve aanwijzingen van discriminatie na een klacht of melding. Mystery shopping kan trouwens alleen worden gebruikt wanneer de andere opsporingsmethoden geen soelaas bieden. Daarnaast mogen de inspecteurs onder geen enkele omstandigheid discriminerend gedrag uitlokken. En tot slot moeten de inspecteurs een omstandig verslag opmaken dat zij moeten meedelen aan het parket.