18 dec 2015
Het Justitieplan: na potpourri komt nieuw vennootschapsrecht
Het plan: justitie moderniseren
Drie ‘potpourriwetten’ zijn het voorgerecht van het Justitieplan. Met deze wetten komen allerhande ingrepen op ons af die vooral de procedure en de structuren efficiënter moeten maken. In het oog springt de mogelijkheid om B2B-facturen gerechtelijk in te vorderen zonder tussenkomst van de rechtbank. Deze vernieuwing is opgenomen in de wet van 19 oktober 2015, maar treedt pas later in werking, ten laatste op 1 september 2017. De maatregel is niet alleen nuttig, maar beoogt ook een budgettair effect.
Het Justitieplan bevat veel hoofdschotels. Het is de bedoeling de basiswetgeving uit de grote wetboeken aan te pakken: het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Economisch recht en het Wetboek van Vennootschappen. In dit artikel snijden we alleen de vennootschapsschotel aan. We verwachten er veel van. Koen Geens is in onze middens immers beter bekend als professor vennootschapsrecht. Al voor hij minister was, wilde hij het vennootschapsrecht hervormen. Het huidige plan is voorbereid door het Belgisch Centrum voor Vennootschapsrecht, dat gespecialiseerde professoren en onderzoekers van alle rechtsfaculteiten groepeert. De volledige tekst van het beleidsplan in verband met vennootschappen is te lezen op hun website. De geplande wijzigingen zijn goed doordacht en vrij concreet. We belichten hieronder enkele aspecten.
Minder vennootschappen, beter vennootschapsrecht
De professoren die het Centrum voor Vennootschapsrecht bevolken, zijn realistisch. Ze erkennen dat ondernemers eerder wakker liggen van fiscaliteit dan van vennootschapsrecht. Niettemin kan een inhoudelijk goed en logisch gestructureerd vennootschapsrecht ook ondernemers aantrekken. De auteurs nemen zowaar de Delaware-vennootschappen als voorbeeld. De staat Delaware is bekend om zijn helder vennootschapsrecht, waardoor het er erg makkelijk is om vennootschappen op te richten. De verwijzing is toch wat verrassend. De Delaware-vennootschapsvorm wordt ook al eens gebruikt door ondernemers met minder goede bedoelingen. Om een goed en logisch gestructureerd geheel te bekomen wil het Justitieplan een eenvoudiger vennootschapsrecht en vennootschappen die makkelijker kunnen verhuizen zonder hun structuur aan te passen.
1. Eenvoudiger: minder soorten vennootschappen
Het vennootschapsrecht zal eenvoudiger worden door het onderscheid tussen burgerlijke en handelsvennootschappen af te schaffen. Dat onderscheid is voorbijgestreefd. Waarom moet een artsen- of een advocatenvennootschap (burgerlijk) aan andere regels onderworpen zijn dan de handelsvennootschap van een aannemer? Beoefenaars van een vrij beroep willen hun onderneming om dezelfde redenen als aannemers in een vennootschapsstructuur onderbrengen. Op dat vlak zijn ze gelijk en moeten ze dus gelijk worden behandeld.
Het principe ‘Less is more’ wordt nog eens toegepast door het aantal vennootschapsvormen te reduceren. Het is de bedoeling nog slechts vier vormen over te houden: de bvba, de nv, de cvba en de maatschap.
De bvba zou in deze indeling de basisvennootschap met rechtspersoonlijkheid worden. De kapitaalvereiste was de sluitsteen van de rechtspersoonlijkheid. U weet wel, om een bvba te kunnen opstarten moeten de oprichters zich persoonlijk engageren om een minimumkapitaal van 18.550 euro aan te brengen. De ondernemer die een vennootschap opricht, beperkt meteen zijn persoonlijke aansprakelijkheid tot dit maatschappelijk kapitaal. In de praktijk blijkt echter dat het kapitaal even snel kan verdwijnen als het gestort is. Een innovatie die wordt aangekondigd is het afschaffen van deze kapitaalvereiste. Als alternatief wordt gedacht aan scherpere verplichtingen voor de oprichters en een verhoogde aansprakelijkheid van bestuurders. Bij de oprichting zal een beter uitgewerkt financieel plan nodig zijn. Een verhoogde aansprakelijkheid van bestuurders en zaakvoerders is nu al een trend. Zij worden geregeld persoonlijk aangesproken, onder meer door de fiscus. Voor het overige zou de bvba zeer flexibel worden. Basisstatuten kunnen uit de wet worden geplukt, maar veel kan op maat worden gesneden.
De eenpersoons-nv zal kunnen, net zoals de eenpersoons-bvba. Bovendien zal in de nv een unieke bestuurder kunnen worden aangesteld, met ontslagbescherming. Nu is dit in het Belgisch recht onmogelijk. Elke bestuurder van een nv kan vandaag op elk moment, zonder reden en zonder recht op vergoeding of opzeggingstermijn, worden buitengezet.
2. Met een zelfgekozen nationaliteit
Het verhuizen van een vennootschap zou in een Europese context zeer eenvoudig moeten zijn, maar dat is het niet. Een vennootschap verhuizen leidt tot het veranderen van nationaliteit en verplicht tot het aanpassen van de vennootschapsstructuur. Zo één is Europa nog niet dat overal dezelfde regels gelden. Het stapje dat de minister wil zetten is het veranderen van een theoretisch concept door de statutaire zetelleer in te voeren. De nationaliteit van een vennootschap wordt die van de plaats waar de statutaire zetel is gevestigd. Anders gezegd: de aandeelhouders bepalen in de statuten de nationaliteit van een vennootschap. De maatregel laat volop activiteit in het buitenland toe zonder dat daardoor de nationaliteit van een Belgische vennootschap verandert. Vandaag houdt het Belgisch recht rekening met de werkelijke zetel, dit is de plaats waar de vennootschap het voornaamste centrum van haar belangen heeft. Dit leidt tot onzekerheid voor oorspronkelijk Belgische vennootschappen die belangrijke activiteiten in het buitenland hebben. Blijven ze Belgisch of worden ze ‘vreemd’?
3. Doel: meer Belgische vennootschappen
De hoopvolle gedachte achter de wijzigingen is dat buitenlandse ondernemingen verleid worden om Belgische rechtsvormen te kiezen voor hun activiteiten in België en dat Belgische ondernemers zo gelukkig zijn met hun Belgische vennootschap dat ze deze meenemen naar het buitenland. We willen zowaar de immigratie aantrekken!
Besluit
Verandering kan goed zijn, een vreemdeling welkom. Dat is de essentie van de Europese Unie. Het is een goede zaak dat ook buitenlandse ondernemingen voor ons land kiezen en zo de economische activiteit stimuleren. Een aangepast vennootschapsrecht kan hiertoe bijdragen, al zijn daarmee niet alle hinderpalen uit de weg geruimd.
Hoop is het sleutelwoord in deze eindejaarsperiode. Het Justitieplan – dat ook een lang hoofdstuk over veiligheid bevat – is hoopgevend.
En hiermee zijn we uitgepraat voor 2015. We wensen u een prettige kerst en een gelukkig 2016!
Drie ‘potpourriwetten’ zijn het voorgerecht van het Justitieplan. Met deze wetten komen allerhande ingrepen op ons af die vooral de procedure en de structuren efficiënter moeten maken. In het oog springt de mogelijkheid om B2B-facturen gerechtelijk in te vorderen zonder tussenkomst van de rechtbank. Deze vernieuwing is opgenomen in de wet van 19 oktober 2015, maar treedt pas later in werking, ten laatste op 1 september 2017. De maatregel is niet alleen nuttig, maar beoogt ook een budgettair effect.
Het Justitieplan bevat veel hoofdschotels. Het is de bedoeling de basiswetgeving uit de grote wetboeken aan te pakken: het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Economisch recht en het Wetboek van Vennootschappen. In dit artikel snijden we alleen de vennootschapsschotel aan. We verwachten er veel van. Koen Geens is in onze middens immers beter bekend als professor vennootschapsrecht. Al voor hij minister was, wilde hij het vennootschapsrecht hervormen. Het huidige plan is voorbereid door het Belgisch Centrum voor Vennootschapsrecht, dat gespecialiseerde professoren en onderzoekers van alle rechtsfaculteiten groepeert. De volledige tekst van het beleidsplan in verband met vennootschappen is te lezen op hun website. De geplande wijzigingen zijn goed doordacht en vrij concreet. We belichten hieronder enkele aspecten.
Minder vennootschappen, beter vennootschapsrecht
De professoren die het Centrum voor Vennootschapsrecht bevolken, zijn realistisch. Ze erkennen dat ondernemers eerder wakker liggen van fiscaliteit dan van vennootschapsrecht. Niettemin kan een inhoudelijk goed en logisch gestructureerd vennootschapsrecht ook ondernemers aantrekken. De auteurs nemen zowaar de Delaware-vennootschappen als voorbeeld. De staat Delaware is bekend om zijn helder vennootschapsrecht, waardoor het er erg makkelijk is om vennootschappen op te richten. De verwijzing is toch wat verrassend. De Delaware-vennootschapsvorm wordt ook al eens gebruikt door ondernemers met minder goede bedoelingen. Om een goed en logisch gestructureerd geheel te bekomen wil het Justitieplan een eenvoudiger vennootschapsrecht en vennootschappen die makkelijker kunnen verhuizen zonder hun structuur aan te passen.
1. Eenvoudiger: minder soorten vennootschappen
Het vennootschapsrecht zal eenvoudiger worden door het onderscheid tussen burgerlijke en handelsvennootschappen af te schaffen. Dat onderscheid is voorbijgestreefd. Waarom moet een artsen- of een advocatenvennootschap (burgerlijk) aan andere regels onderworpen zijn dan de handelsvennootschap van een aannemer? Beoefenaars van een vrij beroep willen hun onderneming om dezelfde redenen als aannemers in een vennootschapsstructuur onderbrengen. Op dat vlak zijn ze gelijk en moeten ze dus gelijk worden behandeld.
Het principe ‘Less is more’ wordt nog eens toegepast door het aantal vennootschapsvormen te reduceren. Het is de bedoeling nog slechts vier vormen over te houden: de bvba, de nv, de cvba en de maatschap.
De bvba zou in deze indeling de basisvennootschap met rechtspersoonlijkheid worden. De kapitaalvereiste was de sluitsteen van de rechtspersoonlijkheid. U weet wel, om een bvba te kunnen opstarten moeten de oprichters zich persoonlijk engageren om een minimumkapitaal van 18.550 euro aan te brengen. De ondernemer die een vennootschap opricht, beperkt meteen zijn persoonlijke aansprakelijkheid tot dit maatschappelijk kapitaal. In de praktijk blijkt echter dat het kapitaal even snel kan verdwijnen als het gestort is. Een innovatie die wordt aangekondigd is het afschaffen van deze kapitaalvereiste. Als alternatief wordt gedacht aan scherpere verplichtingen voor de oprichters en een verhoogde aansprakelijkheid van bestuurders. Bij de oprichting zal een beter uitgewerkt financieel plan nodig zijn. Een verhoogde aansprakelijkheid van bestuurders en zaakvoerders is nu al een trend. Zij worden geregeld persoonlijk aangesproken, onder meer door de fiscus. Voor het overige zou de bvba zeer flexibel worden. Basisstatuten kunnen uit de wet worden geplukt, maar veel kan op maat worden gesneden.
De eenpersoons-nv zal kunnen, net zoals de eenpersoons-bvba. Bovendien zal in de nv een unieke bestuurder kunnen worden aangesteld, met ontslagbescherming. Nu is dit in het Belgisch recht onmogelijk. Elke bestuurder van een nv kan vandaag op elk moment, zonder reden en zonder recht op vergoeding of opzeggingstermijn, worden buitengezet.
2. Met een zelfgekozen nationaliteit
Het verhuizen van een vennootschap zou in een Europese context zeer eenvoudig moeten zijn, maar dat is het niet. Een vennootschap verhuizen leidt tot het veranderen van nationaliteit en verplicht tot het aanpassen van de vennootschapsstructuur. Zo één is Europa nog niet dat overal dezelfde regels gelden. Het stapje dat de minister wil zetten is het veranderen van een theoretisch concept door de statutaire zetelleer in te voeren. De nationaliteit van een vennootschap wordt die van de plaats waar de statutaire zetel is gevestigd. Anders gezegd: de aandeelhouders bepalen in de statuten de nationaliteit van een vennootschap. De maatregel laat volop activiteit in het buitenland toe zonder dat daardoor de nationaliteit van een Belgische vennootschap verandert. Vandaag houdt het Belgisch recht rekening met de werkelijke zetel, dit is de plaats waar de vennootschap het voornaamste centrum van haar belangen heeft. Dit leidt tot onzekerheid voor oorspronkelijk Belgische vennootschappen die belangrijke activiteiten in het buitenland hebben. Blijven ze Belgisch of worden ze ‘vreemd’?
3. Doel: meer Belgische vennootschappen
De hoopvolle gedachte achter de wijzigingen is dat buitenlandse ondernemingen verleid worden om Belgische rechtsvormen te kiezen voor hun activiteiten in België en dat Belgische ondernemers zo gelukkig zijn met hun Belgische vennootschap dat ze deze meenemen naar het buitenland. We willen zowaar de immigratie aantrekken!
Besluit
Verandering kan goed zijn, een vreemdeling welkom. Dat is de essentie van de Europese Unie. Het is een goede zaak dat ook buitenlandse ondernemingen voor ons land kiezen en zo de economische activiteit stimuleren. Een aangepast vennootschapsrecht kan hiertoe bijdragen, al zijn daarmee niet alle hinderpalen uit de weg geruimd.
Hoop is het sleutelwoord in deze eindejaarsperiode. Het Justitieplan – dat ook een lang hoofdstuk over veiligheid bevat – is hoopgevend.
En hiermee zijn we uitgepraat voor 2015. We wensen u een prettige kerst en een gelukkig 2016!