27 dec 2016
Het re-integratietraject en de beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht. De wet gewijzigd.
1. Het re-integratietraject
Dit traject beoogt het tijdelijk of definitief voorzien in aangepast werk voor een arbeidsongeschikte werknemer. Het is opgenomen in een nieuwe afdeling 6/1 van het KB van 28 mei 2003 op het gezondheidstoezicht.
Start
Het re-integratietraject wordt opgestart op vraag van de werknemer, de adviserend geneesheer van het ziekenfonds of de werkgever. De werkgever kan dit pas doen vanaf vier maanden na het begin van de arbeidsongeschiktheid of van het ogenblik waarop de werknemer hem een medisch attest van definitieve arbeidsongeschiktheid voor het overeengekomen werk heeft bezorgd.
Verloop
De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer speelt een cruciale rol in het re-integratietraject. Hij maakt na onderzoek van de werknemer een re-integratiebeoordeling op. Aansluitend daarop neemt hij een van de volgende beslissingen:
- De werknemer kan mogelijk op termijn het overeengekomen werk hervatten
? - en kan intussen een aangepast of ander werk doen, eventueel mits aanpassing van de werkpost;
? - maar kan intussen geen aangepast of ander werk doen.
- De werknemer is definitief ongeschikt om het overeengekomen werk te hervatten
? - maar kan een aangepast of ander werk doen, eventueel mits aanpassing van de werkpost;
? - en is niet in staat om enig aangepast of ander werk te doen.
- Om medische redenen is het niet opportuun om een re-integratietraject op te starten.
Op basis van deze re-integratiebeoordeling maakt de werkgever, in overleg met de werknemer en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, een re-integratieplan op. Dit plan bevat de maatregelen die de werknemer moeten toelaten aangepast of ander werk effectief uit te voeren, of bepaalt de noodzakelijke aanpassingen aan de werkpost van de werknemer. Het bepaalt ook de duurtijd van deze maatregelen.
Wat als een werkgever meent dat hij geen aangepast of ander werk kan verschaffen? In dat geval moet hij in een verslag motiveren waarom hij meent dat dit voor hem technisch of objectief onmogelijk is, of om gegronde redenen redelijkerwijs niet van hem kan worden geëist. Dit verslag moet hij vervolgens aan de werknemer en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer bezorgen.
Na ontvangst van het plan heeft de werknemer vijf werkdagen de tijd om hiermee al dan niet in te stemmen. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer volgt de uitvoering van het re-integratieplan op.
Beroepsmogelijkheden
De werknemer die niet akkoord gaat met een re-integratiebeoordeling waarin hij definitief arbeidsongeschikt verklaard wordt voor het overeengekomen werk, kan beroep instellen. Dat moet gebeuren binnen de zeven werkdagen nadat de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer deze beoordeling aan hem heeft bezorgd, via een aangetekende brief aan de bevoegde geneesheer-sociaal inspecteur van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk.
De geneesheer-sociaal inspecteur, de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en de behandelende arts van de werknemer onderzoeken het dossier en nemen een beslissing bij meerderheid van stemmen. Belangrijk: de werknemer kan tijdens een re-integratietraject maar één keer beroep instellen.
Inwerkingtreding
De bepalingen over het re-integratietraject zijn – in theorie – in werking getreden op 1 december 2016. Werknemers kunnen het re-integratietraject starten vanaf 1 januari 2017.
Werkgevers hebben deze mogelijkheid:
- vanaf 1 januari 2017 voor arbeidsongeschiktheden die zijn begonnen voor 1 januari 2016;
- vanaf 1 januari 2018 voor arbeidsongeschiktheden die zijn begonnen na 1 januari 2016.
2. Beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht
Beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht zal in de toekomst enkel nog mogelijk zijn nadat het re-integratietraject is beëindigd. Daartoe wordt een nieuw artikel 34 aan de Arbeidsovereenkomstenwet toegevoegd.
Daarbij wordt gepreciseerd dat dit artikel geen afbreuk doet aan het recht om de arbeidsovereenkomst op te zeggen of te verbreken mits betaling van een opzeggingsvergoeding. We raden wel aan hiermee op te passen: een eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst om redenen van ziekte houdt risico’s in op het vlak van discriminatie en kennelijk onredelijk ontslag.
Tot slot: tijdens het uitvoeren van aangepast of ander werk behoudt de werknemer in principe alle verworven voordelen. Bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst gedurende deze periode wordt de opzeggingsvergoeding dan ook begroot op het initiële loon.
Of de nieuwe regels inzake medische overmacht effectief voor rechtszekerheid zullen zorgen, is nog af te wachten.
Dit traject beoogt het tijdelijk of definitief voorzien in aangepast werk voor een arbeidsongeschikte werknemer. Het is opgenomen in een nieuwe afdeling 6/1 van het KB van 28 mei 2003 op het gezondheidstoezicht.
Start
Het re-integratietraject wordt opgestart op vraag van de werknemer, de adviserend geneesheer van het ziekenfonds of de werkgever. De werkgever kan dit pas doen vanaf vier maanden na het begin van de arbeidsongeschiktheid of van het ogenblik waarop de werknemer hem een medisch attest van definitieve arbeidsongeschiktheid voor het overeengekomen werk heeft bezorgd.
Verloop
De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer speelt een cruciale rol in het re-integratietraject. Hij maakt na onderzoek van de werknemer een re-integratiebeoordeling op. Aansluitend daarop neemt hij een van de volgende beslissingen:
- De werknemer kan mogelijk op termijn het overeengekomen werk hervatten
? - en kan intussen een aangepast of ander werk doen, eventueel mits aanpassing van de werkpost;
? - maar kan intussen geen aangepast of ander werk doen.
- De werknemer is definitief ongeschikt om het overeengekomen werk te hervatten
? - maar kan een aangepast of ander werk doen, eventueel mits aanpassing van de werkpost;
? - en is niet in staat om enig aangepast of ander werk te doen.
- Om medische redenen is het niet opportuun om een re-integratietraject op te starten.
Op basis van deze re-integratiebeoordeling maakt de werkgever, in overleg met de werknemer en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, een re-integratieplan op. Dit plan bevat de maatregelen die de werknemer moeten toelaten aangepast of ander werk effectief uit te voeren, of bepaalt de noodzakelijke aanpassingen aan de werkpost van de werknemer. Het bepaalt ook de duurtijd van deze maatregelen.
Wat als een werkgever meent dat hij geen aangepast of ander werk kan verschaffen? In dat geval moet hij in een verslag motiveren waarom hij meent dat dit voor hem technisch of objectief onmogelijk is, of om gegronde redenen redelijkerwijs niet van hem kan worden geëist. Dit verslag moet hij vervolgens aan de werknemer en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer bezorgen.
Na ontvangst van het plan heeft de werknemer vijf werkdagen de tijd om hiermee al dan niet in te stemmen. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer volgt de uitvoering van het re-integratieplan op.
Beroepsmogelijkheden
De werknemer die niet akkoord gaat met een re-integratiebeoordeling waarin hij definitief arbeidsongeschikt verklaard wordt voor het overeengekomen werk, kan beroep instellen. Dat moet gebeuren binnen de zeven werkdagen nadat de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer deze beoordeling aan hem heeft bezorgd, via een aangetekende brief aan de bevoegde geneesheer-sociaal inspecteur van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk.
De geneesheer-sociaal inspecteur, de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en de behandelende arts van de werknemer onderzoeken het dossier en nemen een beslissing bij meerderheid van stemmen. Belangrijk: de werknemer kan tijdens een re-integratietraject maar één keer beroep instellen.
Inwerkingtreding
De bepalingen over het re-integratietraject zijn – in theorie – in werking getreden op 1 december 2016. Werknemers kunnen het re-integratietraject starten vanaf 1 januari 2017.
Werkgevers hebben deze mogelijkheid:
- vanaf 1 januari 2017 voor arbeidsongeschiktheden die zijn begonnen voor 1 januari 2016;
- vanaf 1 januari 2018 voor arbeidsongeschiktheden die zijn begonnen na 1 januari 2016.
2. Beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht
Beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht zal in de toekomst enkel nog mogelijk zijn nadat het re-integratietraject is beëindigd. Daartoe wordt een nieuw artikel 34 aan de Arbeidsovereenkomstenwet toegevoegd.
Daarbij wordt gepreciseerd dat dit artikel geen afbreuk doet aan het recht om de arbeidsovereenkomst op te zeggen of te verbreken mits betaling van een opzeggingsvergoeding. We raden wel aan hiermee op te passen: een eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst om redenen van ziekte houdt risico’s in op het vlak van discriminatie en kennelijk onredelijk ontslag.
Tot slot: tijdens het uitvoeren van aangepast of ander werk behoudt de werknemer in principe alle verworven voordelen. Bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst gedurende deze periode wordt de opzeggingsvergoeding dan ook begroot op het initiële loon.
Of de nieuwe regels inzake medische overmacht effectief voor rechtszekerheid zullen zorgen, is nog af te wachten.