Een boekhouder kreeg van zijn cliënt de opdracht om namens hem een verzoekschrift in te dienen voor de rechtbank. Het bijzonder mandaat dat de boekhouder hiervoor verkreeg had evenwel enkel betrekking op ‘BTW aangelegenheden’, terwijl het verzoekschrift een geschil in het kader van de ‘personenbelasting’ betrof.

Hoewel de belastingplichtige het mandaat aan zijn boekhouder achteraf nog bekrachtigde, oordeelde het hof van beroep Luik dat het verzoekschrift niet ontvankelijk was. De boekhouder was volgens het hof niet voldoende gemandateerd op het moment van het indienen van het verzoekschrift. En alleen dit tijdstip telde volgens het hof.

Het Hof van Cassatie was het hier niet mee eens. Het ontoereikende mandaat kan achteraf nog door de belastingplichtige worden bekrachtigd, mits dit tijdig gebeurt. Ook in fiscale zaken gelden dus de gewone regels van lastgeving. Een volmacht waar wat aan hapert, kan dus ook in fiscale zaken nog worden rechtgezet. (Hof van Cassatie, 4 september 2015)