27 feb 2018
RSZ past voorwaarde voor de doelgroepvermindering eerste aanwerving aan
De RSZ heeft één van de voorwaarden om een doelgroepvermindering te genieten bij de aanwerving van de eerste zes werknemers in haar instructies aangepast naar aanleiding van een arrest van het Hof van Cassatie.
Met de doelgroepvermindering geeft de overheid een financieel duwtje in de rug aan nieuwe werkgevers door voor de eerste zes aangeworven werknemers te voorzien in een forfaitaire verlaging van de werkgeversbijdrage voor de sociale zekerheid. Om van deze vermindering te genieten moet aan een aantal voorwaarden voldaan zijn: zo moet het gaan om een nieuwe werkgever en mag de nieuwe werknemer ook geen andere werknemer vervangen. Tot vóór het arrest van het Hof van Cassatie van 11 september 2017 controleerde de RSZ of de nieuw aangeworven werknemer geen medewerker verving die, in de loop van de vier kwartalen voorafgaand aan de aanwerving in dezelfde technische bedrijfseenheid werkte. De RSZ keek echter niet alleen naar de vier kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van de aanwerving, maar ook naar het kwartaal van de aanwerving zelf. Dit leidde tot grote onzekerheid over de in acht te nemen referteperiode. Ingevolge het voornoemd arrest heeft de RSZ haar instructies aangepast en mag de nieuw aangeworven werknemer geen werknemer vervangen die in de loop van twaalf maanden voorafgaand aan de indienstneming in dezelfde technische bedrijfseenheid werkzaam was.
Met de doelgroepvermindering geeft de overheid een financieel duwtje in de rug aan nieuwe werkgevers door voor de eerste zes aangeworven werknemers te voorzien in een forfaitaire verlaging van de werkgeversbijdrage voor de sociale zekerheid. Om van deze vermindering te genieten moet aan een aantal voorwaarden voldaan zijn: zo moet het gaan om een nieuwe werkgever en mag de nieuwe werknemer ook geen andere werknemer vervangen. Tot vóór het arrest van het Hof van Cassatie van 11 september 2017 controleerde de RSZ of de nieuw aangeworven werknemer geen medewerker verving die, in de loop van de vier kwartalen voorafgaand aan de aanwerving in dezelfde technische bedrijfseenheid werkte. De RSZ keek echter niet alleen naar de vier kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van de aanwerving, maar ook naar het kwartaal van de aanwerving zelf. Dit leidde tot grote onzekerheid over de in acht te nemen referteperiode. Ingevolge het voornoemd arrest heeft de RSZ haar instructies aangepast en mag de nieuw aangeworven werknemer geen werknemer vervangen die in de loop van twaalf maanden voorafgaand aan de indienstneming in dezelfde technische bedrijfseenheid werkzaam was.